Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
orkestlid

Trompettist Hans Alting: ‘Dat kind zit nog steeds in mij’

door Paul Janssen
13 nov. 2023 13 november 2023

Na een traumatisch gemiste hoge c leek hij zijn trompet aan de wilgen te willen hangen. Maar inmiddels is Hans Alting het langst zittende lid van het Concertgebouworkest, en helpt hij anderen zich vrij en veilig te voelen op het podium.

  • Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

  • Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

Vijfentwintig dienstjaren. Dat was het doel van Hans Alting vanaf het moment dat hij zich trompettist van het Concertgebouworkest mocht noemen. ‘Ik wilde op de ‘zuil’ bij de Spiegelzaal staan – de marmeren wand waarop de namen van iedereen die 25 jaar in dienst is wordt gegraveerd – en daarna weggaan en wat anders doen. Maar toen mensen met wie ik al die tijd gewerkt had, zoals Peter Masseurs, het orkest verlieten, bleek dat weggaan makkelijker gezegd was dan gedaan. Je gaat als trompettist niet zomaar wat anders doen.’

Inmiddels is hij veertig jaar in dienst, mag hij zich het langst zittende orkest­lid noemen en is hij daarnaast óók wat anders gaan doen. ‘Ik ben aan een opleiding neurolinguïstisch programmeren begonnen om aan mijn eigen ontwikkeling te werken. Dat is een beetje uit de hand gelopen. Sinds 2014 heb ik onder de naam Petrousjka ­Creative Coaching een eigen praktijk en help ik mensen op het podium of in het bedrijfsleven om zich veilig te voelen in hun omgeving. Want alleen dan kun je echt creatief zijn. Ik heb net weer een module achter de rug over traumaverwerking. Direct daarna ben ik naar Zwitserland gegaan om zelf masterclasses te geven die helemaal ingaan op mentale zaken. Problemen liggen vaak veel dieper dan het instrument.’

Topsport

Alting put uit eigen ervaring. Zijn grootste trauma heeft alles te maken met zijn instrument en het podium. ‘Het was in november 1986. Simon Rattle maakte zijn debuut bij het orkest. We speelden onder andere ­Petroesjka van Igor Stravinsky, een stuk met mooie trompetpartijen. Aan het einde klinkt een duet tussen twee trompetten waarin een opvallende c-driegestreept voorkomt. Die hoge c ging mis bij mij. Daar heb ik heel veel last van gehad. Ik was jong en heb mij dat moment enorm aangetrokken. Hoewel ik wel mensen om mij heen had, boden zij niet de juiste steun.’

‘Atlete Femke Bol viel bij de laatste wereld­kampioenschappen, herstelt mede dankzij de mensen om haar heen en wint de volgende wedstrijd weer. In de muziek is dat ook nodig. Muziek op dit niveau is vergelijkbaar met topsport. Een trompet kan dodelijk zijn. Ik heb vele proefspelen meegemaakt. Als het niet goed gaat, komt het ook niet meer goed. Het gaat ook vooral om het karakter dat achter de trompet zit. De meeste trompettisten hebben ballen; het is een belangrijke en opvallende positie in het orkest. Dat blijkt vooral als het een keer mis gaat. Een van mijn drijfveren is daarom dat ik de hulp die ík toen niet kreeg nu wél wil bieden aan anderen. Daarom heb ik mijn bedrijf ook Petrousjka genoemd. En ja, de combinatie van Engelse en Nederlandse spelling is opzettelijk.’

Lego

Het was een momentopname, want Alting had al een behoorlijke orkest­ervaring en vele hoge c’s gespeeld. ‘Vanaf mijn achttiende jaar heb ik meegespeeld met het Concertgebouworkest. Ik zat nog op het conservatorium toen ik in 1983 meeging op zomertournee met Bernard Haitink. In november heb ik auditie gedaan en nog vóór ik op 1 ­januari 1984 in vaste dienst kwam, werd ik al gevraagd de Kerstmatinee met Mahlers Derde symfonie mee te spelen.

‘Ik ben van nature heel introvert. Tja, dan ga je trompet spelen…’

Haitink is heel belangrijk voor mij geweest. Omdat ik zo jong was kende ik veel stukken nog niet. Hij heeft altijd als een muzikale vader naast mij gestaan.’

Altings eigen vader speelde cornet in een brassband. ‘Hij was loodgieter en elektricien, maar had een enorme passie voor muziek. Naar het conservatorium kon hij niet omdat daar geen geld voor was, maar hij stond wel vier avonden in de week op het podium. Dat wilde ik ook. Ik bouwde mijn eerste trompet van Lego en ‘speelde’ daarop. Dat kind zit nog steeds in mij.’ ‘De trompet werd ook een vlucht en een manier om mij te uiten’, zegt hij na een korte stilte. ‘Ik ben van nature heel introvert. Tja, dan ga je trompet spelen…’ Alting had in elk geval aanleg. ‘Ik had in het begin wat moeite met ritme, maar toen ik tien jaar was heeft een klarinettist mij op dat gebied werkelijk gedrild. Daarna kon het talent echt bloeien en wist ik al snel dat ik naar het conservatorium wilde.’

Vijfentwintig dienstjaren. Dat was het doel van Hans Alting vanaf het moment dat hij zich trompettist van het Concertgebouworkest mocht noemen. ‘Ik wilde op de ‘zuil’ bij de Spiegelzaal staan – de marmeren wand waarop de namen van iedereen die 25 jaar in dienst is wordt gegraveerd – en daarna weggaan en wat anders doen. Maar toen mensen met wie ik al die tijd gewerkt had, zoals Peter Masseurs, het orkest verlieten, bleek dat weggaan makkelijker gezegd was dan gedaan. Je gaat als trompettist niet zomaar wat anders doen.’

Inmiddels is hij veertig jaar in dienst, mag hij zich het langst zittende orkest­lid noemen en is hij daarnaast óók wat anders gaan doen. ‘Ik ben aan een opleiding neurolinguïstisch programmeren begonnen om aan mijn eigen ontwikkeling te werken. Dat is een beetje uit de hand gelopen. Sinds 2014 heb ik onder de naam Petrousjka ­Creative Coaching een eigen praktijk en help ik mensen op het podium of in het bedrijfsleven om zich veilig te voelen in hun omgeving. Want alleen dan kun je echt creatief zijn. Ik heb net weer een module achter de rug over traumaverwerking. Direct daarna ben ik naar Zwitserland gegaan om zelf masterclasses te geven die helemaal ingaan op mentale zaken. Problemen liggen vaak veel dieper dan het instrument.’

Topsport

Alting put uit eigen ervaring. Zijn grootste trauma heeft alles te maken met zijn instrument en het podium. ‘Het was in november 1986. Simon Rattle maakte zijn debuut bij het orkest. We speelden onder andere ­Petroesjka van Igor Stravinsky, een stuk met mooie trompetpartijen. Aan het einde klinkt een duet tussen twee trompetten waarin een opvallende c-driegestreept voorkomt. Die hoge c ging mis bij mij. Daar heb ik heel veel last van gehad. Ik was jong en heb mij dat moment enorm aangetrokken. Hoewel ik wel mensen om mij heen had, boden zij niet de juiste steun.’

‘Atlete Femke Bol viel bij de laatste wereld­kampioenschappen, herstelt mede dankzij de mensen om haar heen en wint de volgende wedstrijd weer. In de muziek is dat ook nodig. Muziek op dit niveau is vergelijkbaar met topsport. Een trompet kan dodelijk zijn. Ik heb vele proefspelen meegemaakt. Als het niet goed gaat, komt het ook niet meer goed. Het gaat ook vooral om het karakter dat achter de trompet zit. De meeste trompettisten hebben ballen; het is een belangrijke en opvallende positie in het orkest. Dat blijkt vooral als het een keer mis gaat. Een van mijn drijfveren is daarom dat ik de hulp die ík toen niet kreeg nu wél wil bieden aan anderen. Daarom heb ik mijn bedrijf ook Petrousjka genoemd. En ja, de combinatie van Engelse en Nederlandse spelling is opzettelijk.’

Lego

Het was een momentopname, want Alting had al een behoorlijke orkest­ervaring en vele hoge c’s gespeeld. ‘Vanaf mijn achttiende jaar heb ik meegespeeld met het Concertgebouworkest. Ik zat nog op het conservatorium toen ik in 1983 meeging op zomertournee met Bernard Haitink. In november heb ik auditie gedaan en nog vóór ik op 1 ­januari 1984 in vaste dienst kwam, werd ik al gevraagd de Kerstmatinee met Mahlers Derde symfonie mee te spelen.

‘Ik ben van nature heel introvert. Tja, dan ga je trompet spelen…’

Haitink is heel belangrijk voor mij geweest. Omdat ik zo jong was kende ik veel stukken nog niet. Hij heeft altijd als een muzikale vader naast mij gestaan.’

Altings eigen vader speelde cornet in een brassband. ‘Hij was loodgieter en elektricien, maar had een enorme passie voor muziek. Naar het conservatorium kon hij niet omdat daar geen geld voor was, maar hij stond wel vier avonden in de week op het podium. Dat wilde ik ook. Ik bouwde mijn eerste trompet van Lego en ‘speelde’ daarop. Dat kind zit nog steeds in mij.’ ‘De trompet werd ook een vlucht en een manier om mij te uiten’, zegt hij na een korte stilte. ‘Ik ben van nature heel introvert. Tja, dan ga je trompet spelen…’ Alting had in elk geval aanleg. ‘Ik had in het begin wat moeite met ritme, maar toen ik tien jaar was heeft een klarinettist mij op dat gebied werkelijk gedrild. Daarna kon het talent echt bloeien en wist ik al snel dat ik naar het conservatorium wilde.’

  • Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

  • Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

Jong

Alting heeft het orkest in de loop der decennia zien en horen veranderen. ‘Het orkest is vooral technisch veel beter geworden. En zakelijker. Veel strijkers hadden vroeger een eigen ­instrument. Nu heeft het orkest zelf mede dankzij vele donateurs een prachtige verzameling instrumenten waardoor de kwaliteit enorm vooruit is gegaan. De muziekwereld in Neder­land is de afgelopen veertig jaar fundamenteel veranderd. Vroeger kwamen veel mensen uit de har­monie- en fanfarewereld. Doordat het muziekonderwijs grotendeels wegbezuinigd is, gebeurt dat nauwelijks meer. Daardoor is het orkest veel internationaler geworden.’

Met aanvoerders Omar Tomasoni en Miro Petkov voelt Alting zich als een vis in het water in de trompetgroep. ‘Ik heb nu collega’s die nog niet geboren waren toen ik begon. Zij leren van mij, maar ik leer vooral heel veel van hen. Dat is wat mij jong en enthou­siast houdt.’

Balans

Toch blijft het de vraag hoe hij het zo lang volhoudt. De trompet is immers niet alleen mentaal, maar ook fysiek een veeleisend instrument. ‘IJzeren discipline’, luidt het nuchtere antwoord. Vervolgens nuanceert Alting: ‘Ik moet niet acht uur per dag spelen, maar wel dagelijks. Alleen in de vakantie speel ik meestal een paar weken niet. Het is goed om af en toe niets te doen, want de grote kunst voor een musicus op dit niveau is om in balans te blijven. Daarom sport ik ook veel. Om te ontladen schaats ik, of ga ik de polder in op mijn racefiets. Om fit te blijven heb ik ook een aantal alternatieve Elfsteden­tochten en afgelopen zomer nog een Rad-marathon van 215 kilometer in Oostenrijk gereden. Daarom vind ik het ook zo fijn dat ik ook andere opleidingen naast de muziek heb kunnen doen, andere mensen kan ontmoeten. Wij maken in ons vak zo’n Petroesjka-nootje zo enorm belangrijk, maar als je bijvoorbeeld in de zorg werkt…’

Dan zegt hij: ‘Als ik ooit stop bij het orkest word ik oppas-opa en concentreer ik mij verder op mijn bedrijf. Veel musici hebben onnodig mentale problemen; ik wil daarom alles wat ik weet doorgeven aan de jongere generaties.’

Jong

Alting heeft het orkest in de loop der decennia zien en horen veranderen. ‘Het orkest is vooral technisch veel beter geworden. En zakelijker. Veel strijkers hadden vroeger een eigen ­instrument. Nu heeft het orkest zelf mede dankzij vele donateurs een prachtige verzameling instrumenten waardoor de kwaliteit enorm vooruit is gegaan. De muziekwereld in Neder­land is de afgelopen veertig jaar fundamenteel veranderd. Vroeger kwamen veel mensen uit de har­monie- en fanfarewereld. Doordat het muziekonderwijs grotendeels wegbezuinigd is, gebeurt dat nauwelijks meer. Daardoor is het orkest veel internationaler geworden.’

Met aanvoerders Omar Tomasoni en Miro Petkov voelt Alting zich als een vis in het water in de trompetgroep. ‘Ik heb nu collega’s die nog niet geboren waren toen ik begon. Zij leren van mij, maar ik leer vooral heel veel van hen. Dat is wat mij jong en enthou­siast houdt.’

Balans

Toch blijft het de vraag hoe hij het zo lang volhoudt. De trompet is immers niet alleen mentaal, maar ook fysiek een veeleisend instrument. ‘IJzeren discipline’, luidt het nuchtere antwoord. Vervolgens nuanceert Alting: ‘Ik moet niet acht uur per dag spelen, maar wel dagelijks. Alleen in de vakantie speel ik meestal een paar weken niet. Het is goed om af en toe niets te doen, want de grote kunst voor een musicus op dit niveau is om in balans te blijven. Daarom sport ik ook veel. Om te ontladen schaats ik, of ga ik de polder in op mijn racefiets. Om fit te blijven heb ik ook een aantal alternatieve Elfsteden­tochten en afgelopen zomer nog een Rad-marathon van 215 kilometer in Oostenrijk gereden. Daarom vind ik het ook zo fijn dat ik ook andere opleidingen naast de muziek heb kunnen doen, andere mensen kan ontmoeten. Wij maken in ons vak zo’n Petroesjka-nootje zo enorm belangrijk, maar als je bijvoorbeeld in de zorg werkt…’

Dan zegt hij: ‘Als ik ooit stop bij het orkest word ik oppas-opa en concentreer ik mij verder op mijn bedrijf. Veel musici hebben onnodig mentale problemen; ik wil daarom alles wat ik weet doorgeven aan de jongere generaties.’

  • Trompet van Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Trompet van Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

  • Trompet van Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

    Trompet van Hans Alting

    Foto: Eduardus Lee

De trompetten van Hans Alting

‘Ik heb een aantal instrumenten zelf, zoals een Yamaha c-trompet [hierboven], een bes-­trompet en een pic­colo. De andere instrumenten zoals de cornet [op de portretfoto bovenaan dit artikel], de flügelhorn en de es-­trompet zijn van ­Foundation Concertgebouworkest. Het is niet te doen om alles zelf aan te schaffen en te onderhouden, dan ben je zo tienduizenden euro’s kwijt. Het luistert allemaal nauw, want goed wisselen van instrument tijdens een en hetzelfde stuk, wat nogal eens voorkomt, is best lastig. De instrumenten moeten allemaal ongeveer dezelfde weerstand hebben, zodat je je spel niet opeens helemaal hoeft te veranderen. Daarom zijn mondstukken zo belangrijk. Ik heb een hele doos vol. Ook moeten alle instrumenten van hetzelfde merk zijn en hetzelfde ­ventielsysteem hebben. Dat komt de klank ten goede. Dat is begonnen bij dirigent Nikolaus Harnoncourt. Hij wilde dat alle trompettisten in het orkest op het Duitse ventielsysteem speelden en het liefst op instrumenten van ongelakt koper. Op een gegeven moment is hij zelfs meegegaan naar een fabriek van Yamaha waar ze de Weense Heckel­trompetten nabouwden. ‘Als het orkest deze instrumenten niet voor jullie aanschaft, krijgen jullie ze van mij,’ verklaarde hij. Het orkest heeft ze uiteindelijk betaald, maar het tekende de man.’

Benieuwd naar Hans’ favoriete muziekstukken? Bekijk ze hier.

De trompetten van Hans Alting

‘Ik heb een aantal instrumenten zelf, zoals een Yamaha c-trompet [hierboven], een bes-­trompet en een pic­colo. De andere instrumenten zoals de cornet [op de portretfoto bovenaan dit artikel], de flügelhorn en de es-­trompet zijn van ­Foundation Concertgebouworkest. Het is niet te doen om alles zelf aan te schaffen en te onderhouden, dan ben je zo tienduizenden euro’s kwijt. Het luistert allemaal nauw, want goed wisselen van instrument tijdens een en hetzelfde stuk, wat nogal eens voorkomt, is best lastig. De instrumenten moeten allemaal ongeveer dezelfde weerstand hebben, zodat je je spel niet opeens helemaal hoeft te veranderen. Daarom zijn mondstukken zo belangrijk. Ik heb een hele doos vol. Ook moeten alle instrumenten van hetzelfde merk zijn en hetzelfde ­ventielsysteem hebben. Dat komt de klank ten goede. Dat is begonnen bij dirigent Nikolaus Harnoncourt. Hij wilde dat alle trompettisten in het orkest op het Duitse ventielsysteem speelden en het liefst op instrumenten van ongelakt koper. Op een gegeven moment is hij zelfs meegegaan naar een fabriek van Yamaha waar ze de Weense Heckel­trompetten nabouwden. ‘Als het orkest deze instrumenten niet voor jullie aanschaft, krijgen jullie ze van mij,’ verklaarde hij. Het orkest heeft ze uiteindelijk betaald, maar het tekende de man.’

Benieuwd naar Hans’ favoriete muziekstukken? Bekijk ze hier.

Meer interviews met orkestleden:

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.