Wat is de Tweede Weense school?
Tweede Weense school
De 'Tweede Weense school' is de naam voor een groep twintigste-eeuwse componisten, bestaande uit Arnold Schönberg en zijn leerlingen.
Wat is de Tweede Weense school?
De 'Tweede Weense school' is een veelgebruikte term voor de groep componisten rond Arnold Schönberg (1874-1951). Tussen 1903 en 1925 kwamen zij bijeen en gaf Schönberg les aan de anderen. De componisten volgden Schönbergs voorbeeld in het schrijven van atonale muziek (zie: atonaal). De term wordt ook gebruikt om alleen Schönberg en zijn twee bekendste leerlingen, Anton Webern (1883-1945) en Alban Berg (1885-1935), mee aan te duiden.
Wat is de Tweede Weense school?
De 'Tweede Weense school' is een veelgebruikte term voor de groep componisten rond Arnold Schönberg (1874-1951). Tussen 1903 en 1925 kwamen zij bijeen en gaf Schönberg les aan de anderen. De componisten volgden Schönbergs voorbeeld in het schrijven van atonale muziek (zie: atonaal). De term wordt ook gebruikt om alleen Schönberg en zijn twee bekendste leerlingen, Anton Webern (1883-1945) en Alban Berg (1885-1935), mee aan te duiden.
Waarom werd dit de Tweede Weense school genoemd?
Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd de term 'Weense school' gebruikt om drie andere grote componisten te duiden: Haydn, Mozart en Beethoven. De term 'Tweede Weense school' werd voor het eerst geïntroduceerd in 1912 door Egon Wellesz, een minder bekende leerling van Schönberg.
Door het gebruik van deze term vergeleek Wellesz – waarschijnlijk bewust – zijn mentor met deze grote componisten. Zo kreeg de atonale muziek van Schönberg en zijn leerlingen, in de woorden van auteur Alex Ross, een soort 'historische prestige'. Het idee van de atonale Wenen als logische, wellicht onontkoombare opvolgers van de tonale Wenen van weleer was geboren.
Waarom werd dit de Tweede Weense school genoemd?
Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd de term 'Weense school' gebruikt om drie andere grote componisten te duiden: Haydn, Mozart en Beethoven. De term 'Tweede Weense school' werd voor het eerst geïntroduceerd in 1912 door Egon Wellesz, een minder bekende leerling van Schönberg.
Door het gebruik van deze term vergeleek Wellesz – waarschijnlijk bewust – zijn mentor met deze grote componisten. Zo kreeg de atonale muziek van Schönberg en zijn leerlingen, in de woorden van auteur Alex Ross, een soort 'historische prestige'. Het idee van de atonale Wenen als logische, wellicht onontkoombare opvolgers van de tonale Wenen van weleer was geboren.