Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Unsuk Chin: ‘Zonder een innerlijk conflict kom ik tot niets’

door Thea Derks
27 aug. 2020 27 augustus 2020

Componiste Unsuk Chin werd in ons land bekend dankzij het Nieuw Ensemble en de NTR ­ZaterdagMatinee. Zij maakt nu haar debuut bij het Concertgebouworkest met een opdrachtcompositie.

De in 1961 in Seoel geboren Unsuk Chin groeide op als dochter van een dominee. Anders dan je wellicht zou verwachten is in Zuid-Korea niet het boeddhisme de grootste religie, maar het protestantisme. Rijk was het gezin niet: ‘We hadden thuis een piano maar geen platen; de bevolking van Korea was destijds heel arm.’ Geld voor pianolessen was er evenmin, dus leerde ze zichzelf maar pianospelen; vanaf haar achtste droeg ze zelfs bij aan het gezinsinkomen door op te treden tijdens huwelijksplechtigheden.

De in 1961 in Seoel geboren Unsuk Chin groeide op als dochter van een dominee. Anders dan je wellicht zou verwachten is in Zuid-Korea niet het boeddhisme de grootste religie, maar het protestantisme. Rijk was het gezin niet: ‘We hadden thuis een piano maar geen platen; de bevolking van Korea was destijds heel arm.’ Geld voor pianolessen was er evenmin, dus leerde ze zichzelf maar pianospelen; vanaf haar achtste droeg ze zelfs bij aan het gezinsinkomen door op te treden tijdens huwelijksplechtigheden.

  • Unsuk Chin

    Unsuk Chin

  • Unsuk Chin

    Unsuk Chin

  • Unsuk Chin

    Unsuk Chin

  • Unsuk Chin

    Unsuk Chin

Klassieke muziek leerde ze kennen dankzij vrienden: ‘Ik kende een paar mensen met een pick-up en langspeelplaten van de grote meesters, die ging ik bij hen beluisteren. Het modernste stuk dat ik hoorde was Petroesjka van Stravinsky, maar ik was ook gek op Brahms en vooral Tsjaikovski. Ik heb zelfs de partituur van zijn Zesde symfonie overgeschreven, omdat ik me de bladmuziek niet kon veroorloven.’ Het stuk wordt naar haar smaak tegenwoordig vaak te clichématig uitgevoerd: ‘Het vaak overdreven pathos doet de muziek geen recht, want de ‘Pathétique’ heeft een ontzettend logische structuur. Juist als je haar zonder overdrijving uitvoert werkt zij perfect, zoals in de opnames van Bernard Haitink met het Concertgebouworkest.’

Verborgen verwijzingen

Ook Beethoven behoort tot haar favoriete componisten, omdat hij voortdurend zocht naar nieuwe wegen. ‘Hij was de eerste bewust moderne componist, in die zin dat elk stuk vroeg om originele oplossingen, zelfs als dit betekende bestaande vormen te doorbreken. Ik schreef mijn nieuwe stuk ter gelegenheid van Beethovens 250ste geboortedag. Er zitten wat verborgen verwijzingen in naar zijn muziek. Wat mij daarin vooral aantrekt zijn de enorme contrasten: van vulkaanachtige uitbarstingen tot uiterste sereniteit.’

Net als Tsjaikovski zocht Beethoven soms inspiratie in volksmuziek. Zelf spreekt Chin weleens van ‘imaginaire volksmuziek’ in relatie tot haar eigen werk. ‘Maar die opmerking betrof vooral mijn ensemblestuk Gougalon’, bezweert ze. ‘Sowieso is de organische verbinding van klassieke concert­muziek met volksmuziek lang geleden verbroken. Je vindt die enkel nog bij de Weense Klassieken, bij Mahler, in de Russische balletten van Stravinsky en bij Oost-Europese componisten als Bartók, Janáček en Ligeti.’

Klassieke muziek leerde ze kennen dankzij vrienden: ‘Ik kende een paar mensen met een pick-up en langspeelplaten van de grote meesters, die ging ik bij hen beluisteren. Het modernste stuk dat ik hoorde was Petroesjka van Stravinsky, maar ik was ook gek op Brahms en vooral Tsjaikovski. Ik heb zelfs de partituur van zijn Zesde symfonie overgeschreven, omdat ik me de bladmuziek niet kon veroorloven.’ Het stuk wordt naar haar smaak tegenwoordig vaak te clichématig uitgevoerd: ‘Het vaak overdreven pathos doet de muziek geen recht, want de ‘Pathétique’ heeft een ontzettend logische structuur. Juist als je haar zonder overdrijving uitvoert werkt zij perfect, zoals in de opnames van Bernard Haitink met het Concertgebouworkest.’

Verborgen verwijzingen

Ook Beethoven behoort tot haar favoriete componisten, omdat hij voortdurend zocht naar nieuwe wegen. ‘Hij was de eerste bewust moderne componist, in die zin dat elk stuk vroeg om originele oplossingen, zelfs als dit betekende bestaande vormen te doorbreken. Ik schreef mijn nieuwe stuk ter gelegenheid van Beethovens 250ste geboortedag. Er zitten wat verborgen verwijzingen in naar zijn muziek. Wat mij daarin vooral aantrekt zijn de enorme contrasten: van vulkaanachtige uitbarstingen tot uiterste sereniteit.’

Net als Tsjaikovski zocht Beethoven soms inspiratie in volksmuziek. Zelf spreekt Chin weleens van ‘imaginaire volksmuziek’ in relatie tot haar eigen werk. ‘Maar die opmerking betrof vooral mijn ensemblestuk Gougalon’, bezweert ze. ‘Sowieso is de organische verbinding van klassieke concert­muziek met volksmuziek lang geleden verbroken. Je vindt die enkel nog bij de Weense Klassieken, bij Mahler, in de Russische balletten van Stravinsky en bij Oost-Europese componisten als Bartók, Janáček en Ligeti.’

Toch haakt ze muzikaal wel degelijk aan bij uiteenlopende muzieksoorten: ‘Als tegengif voor avant-gardistische dogma’s en clichés van de nieuwe muziek is het belangrijk en fascinerend je te verhouden tot zeer uiteenlopende muziekvormen. Ik maak echter bewust geen onderscheid tussen klassieke of volksmuziek en mijn werk laat zich niet geografisch lokaliseren. Dat lijkt me ook niet wenselijk.’

Millimeter voor millimeter

Haar nieuwe compositie is geïnspireerd op de gespreksboekjes van ­Beethoven – de opschrijfboekjes die de dove componist gebruikte om te communiceren met zijn omgeving. Met name diens opmerking: ‘Dur und Moll. Ich bin ein Gewinner’. Is componeren voor haar een strijd? ‘Zeker! Zonder een innerlijk conflict kom ik tot niets. Als ik een opdracht heb aangenomen denk ik altijd een idee te hebben dat ik alleen nog hoef uit te werken. Maar zodra ik begin krijg ik ineens het gevoel dat ik geen enkele notie heb. Ik ervaar elke dag tientallen blokkades, maar op de een of andere manier vordert het toch, millimeter voor millimeter. Als het stuk klaar is, realiseer ik me dat ik het van meet af aan in me had. Die prijs moet ik steeds opnieuw betalen. Het voordeel van meer ervaring is dat je weet dat er op een gegeven moment een deur opengaat en het stuk af komt.’

Hoe gaat ze eigenlijk om met opdrachten? ‘Ik moet eerst nadenken of ik die überhaupt aanneem. Dat kost soms veel tijd, ik draag ideeën zeer lang met me mee. Toen ik de cellist Alban Gerhardt voor het eerst hoorde spelen, besloot ik onmiddellijk een celloconcert te schrijven, maar het duurde acht jaar voordat ik het idee tot uitvoering bracht. Ik maak ook wel schetsen, maar zeer spaarzaam. Op een gegeven moment barst als het ware de bom en begint een intensiever compositieproces.’

Modern zijn

Chin noemt Beethoven ‘modern’. Is het belangrijk modern te zijn en wat betekent dat eigenlijk? ‘Geen idee! Componisten hebben zichzelf altijd als eigentijds beschouwd. Bach zou geschokt zijn geweest als zijn muziek Barok genoemd was. Persoonlijk heb ik het gevoel tot geen enkele school of beweging te behoren, maar ik probeer wel muziek te schrijven die ‘modern’ is. In de zin van: vertrekkend vanuit onze tijd, reflectief en kritisch gebruikmakend van de muzikale taalmogelijkheden die vandaag de dag beschikbaar zijn.’

Toch haakt ze muzikaal wel degelijk aan bij uiteenlopende muzieksoorten: ‘Als tegengif voor avant-gardistische dogma’s en clichés van de nieuwe muziek is het belangrijk en fascinerend je te verhouden tot zeer uiteenlopende muziekvormen. Ik maak echter bewust geen onderscheid tussen klassieke of volksmuziek en mijn werk laat zich niet geografisch lokaliseren. Dat lijkt me ook niet wenselijk.’

Millimeter voor millimeter

Haar nieuwe compositie is geïnspireerd op de gespreksboekjes van ­Beethoven – de opschrijfboekjes die de dove componist gebruikte om te communiceren met zijn omgeving. Met name diens opmerking: ‘Dur und Moll. Ich bin ein Gewinner’. Is componeren voor haar een strijd? ‘Zeker! Zonder een innerlijk conflict kom ik tot niets. Als ik een opdracht heb aangenomen denk ik altijd een idee te hebben dat ik alleen nog hoef uit te werken. Maar zodra ik begin krijg ik ineens het gevoel dat ik geen enkele notie heb. Ik ervaar elke dag tientallen blokkades, maar op de een of andere manier vordert het toch, millimeter voor millimeter. Als het stuk klaar is, realiseer ik me dat ik het van meet af aan in me had. Die prijs moet ik steeds opnieuw betalen. Het voordeel van meer ervaring is dat je weet dat er op een gegeven moment een deur opengaat en het stuk af komt.’

Hoe gaat ze eigenlijk om met opdrachten? ‘Ik moet eerst nadenken of ik die überhaupt aanneem. Dat kost soms veel tijd, ik draag ideeën zeer lang met me mee. Toen ik de cellist Alban Gerhardt voor het eerst hoorde spelen, besloot ik onmiddellijk een celloconcert te schrijven, maar het duurde acht jaar voordat ik het idee tot uitvoering bracht. Ik maak ook wel schetsen, maar zeer spaarzaam. Op een gegeven moment barst als het ware de bom en begint een intensiever compositieproces.’

Modern zijn

Chin noemt Beethoven ‘modern’. Is het belangrijk modern te zijn en wat betekent dat eigenlijk? ‘Geen idee! Componisten hebben zichzelf altijd als eigentijds beschouwd. Bach zou geschokt zijn geweest als zijn muziek Barok genoemd was. Persoonlijk heb ik het gevoel tot geen enkele school of beweging te behoren, maar ik probeer wel muziek te schrijven die ‘modern’ is. In de zin van: vertrekkend vanuit onze tijd, reflectief en kritisch gebruikmakend van de muzikale taalmogelijkheden die vandaag de dag beschikbaar zijn.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.