Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Vier jonge dirigenten over de Ammodo Masterclass

door Stella Vrijmoed
22 mei 2024 22 mei 2024

Vier jonge dirigenten krijgen les tijdens de openbare Ammodo Masterclass. ‘Wij dromen ervan om voor het Concertgebouworkest te staan.’ Christian Thielemann, die de masterclass oorspronkelijk zou leiden, heeft helaas afgezegd, Paavo Järvi neemt het over.

  • Sebastian Almanzar

    Foto: onbekend

    Sebastian Almanzar

    Foto: onbekend

  • Sebastian Almanzar

    Foto: onbekend

    Sebastian Almanzar

    Foto: onbekend

Sebastián Almánzar (Colombia, 1994)

‘Toen ik twee was stond ik al in de box met mijn armen te zwaaien op klassieke muziek. Niemand in mijn familie was een musicus en ik had nog nooit een dirigent gezien, mijn moeder zette klassiek op omdat ze geloofde dat dat goed was voor kinderen. Ik ging in een koor toen ik vijf was en leerde later ook pianospelen.

‘Latijns-­Amerikaanse mensen zijn blij, luidruchtig, en zo spelen we ook’

In 2012 begon ik mijn opleiding dirigeren in Medellín. Daar heb je niet veel kans om belangrijke orkesten te zien, dus keken we video’s in de les – ook van maestro Thielemann. Sindsdien volg ik zijn carrière. Het is een groot privilege dat ik uit zoveel musici ben gekozen om van hem te leren. Ik hoop dat ik niet alleen technische tips van hem krijg, zoals hoe je van begin tot het eind de spanning kunt vasthouden, maar ook advies over hoe je met de musici moet communiceren, how to read the room.
In de lessen luisterden we ook naar het Concertgebouworkest. Dat heeft zo’n uniek geluid. Eerst kende ik alleen Colombiaanse orkesten. Latijns-­Amerikaanse mensen hebben veel energie, zijn blij, luidruchtig, en zo spelen we ook. Sinds ik in Wenen woon, probeer ik dat pittige ook een beetje mee te nemen naar Europese orkesten.

Ik heb meerdere keren auditie gedaan voor de Ammodo Masterclass. Wij jonge dirigenten dromen ervan voor het Concertgebouworkest te staan. Of je wordt geselecteerd, hangt denk ik af van de juiste timing. Ik heb het afgelopen jaar meerdere projecten gedaan, mensen ontmoet en ervaring opgedaan. Blijkbaar was voor mij nu het moment aangebroken dat ik klaar ben voor de masterclass.’

Sebastián Almánzar (Colombia, 1994)

‘Toen ik twee was stond ik al in de box met mijn armen te zwaaien op klassieke muziek. Niemand in mijn familie was een musicus en ik had nog nooit een dirigent gezien, mijn moeder zette klassiek op omdat ze geloofde dat dat goed was voor kinderen. Ik ging in een koor toen ik vijf was en leerde later ook pianospelen.

‘Latijns-­Amerikaanse mensen zijn blij, luidruchtig, en zo spelen we ook’

In 2012 begon ik mijn opleiding dirigeren in Medellín. Daar heb je niet veel kans om belangrijke orkesten te zien, dus keken we video’s in de les – ook van maestro Thielemann. Sindsdien volg ik zijn carrière. Het is een groot privilege dat ik uit zoveel musici ben gekozen om van hem te leren. Ik hoop dat ik niet alleen technische tips van hem krijg, zoals hoe je van begin tot het eind de spanning kunt vasthouden, maar ook advies over hoe je met de musici moet communiceren, how to read the room.
In de lessen luisterden we ook naar het Concertgebouworkest. Dat heeft zo’n uniek geluid. Eerst kende ik alleen Colombiaanse orkesten. Latijns-­Amerikaanse mensen hebben veel energie, zijn blij, luidruchtig, en zo spelen we ook. Sinds ik in Wenen woon, probeer ik dat pittige ook een beetje mee te nemen naar Europese orkesten.

Ik heb meerdere keren auditie gedaan voor de Ammodo Masterclass. Wij jonge dirigenten dromen ervan voor het Concertgebouworkest te staan. Of je wordt geselecteerd, hangt denk ik af van de juiste timing. Ik heb het afgelopen jaar meerdere projecten gedaan, mensen ontmoet en ervaring opgedaan. Blijkbaar was voor mij nu het moment aangebroken dat ik klaar ben voor de masterclass.’

  • Dayner Tafur-Diaz

    Foto: Diaz Claus Langer

    Dayner Tafur-Diaz

    Foto: Diaz Claus Langer

  • Dayner Tafur-Diaz

    Foto: Diaz Claus Langer

    Dayner Tafur-Diaz

    Foto: Diaz Claus Langer

Dayner Tafur-Diaz (Peru, 1998)

‘Ik ben de eerste musicus in de ­familie. Eerst wilde ik arts worden; daar was vooral mijn moeder erg blij mee. Toen ik vertelde dat ik toch dirigent wilde worden, moest ze even wennen. Inmiddels is ze om. Ik begon als trompettist in een orkest in mijn stad, Chimbote. Daar zag ik hoe de dirigent aan het werk was – dat leek me ook wel wat.

‘Vanwege mijn achtergrond als trompettist let ik altijd eerst op het ritme’

Later kreeg ik de kans om zelf een jeugd­orkest te dirigeren, maar dat was nog best moeilijk. In Peru zijn er weinig opties voor jonge dirigenten, dus op mijn negentiende ging ik naar Duitsland om verder te leren. Ik ben nu nog bezig met mijn masteropleiding in Stuttgart. In Latijns-Amerikaanse muziek, zoals salsa, zit er veel ritme in de trompet. Vanwege mijn achtergrond als trompettist let ik altijd eerst op het ritme. Niet dat ik elke tel aangeef met een slag.

Van maestro Thielemann hoop ik te leren hoe ik Wagner goed kan dirigeren. Daar is hij een specialist in. Het moeilijkste aan die muziek is dat er zoveel verschillende melodieën samenkomen. Tijdens repetities ben ik extraverter dan normaal, ik kan heel open praten over muziek. Maar vergeleken met veel orkestleden ben ik nog best jong. Dus voor mij is het ook belangrijk om te leren dat ik me niet meer als een student gedraag, maar me echt als een dirigent presenteer.’

Dayner Tafur-Diaz (Peru, 1998)

‘Ik ben de eerste musicus in de ­familie. Eerst wilde ik arts worden; daar was vooral mijn moeder erg blij mee. Toen ik vertelde dat ik toch dirigent wilde worden, moest ze even wennen. Inmiddels is ze om. Ik begon als trompettist in een orkest in mijn stad, Chimbote. Daar zag ik hoe de dirigent aan het werk was – dat leek me ook wel wat.

‘Vanwege mijn achtergrond als trompettist let ik altijd eerst op het ritme’

Later kreeg ik de kans om zelf een jeugd­orkest te dirigeren, maar dat was nog best moeilijk. In Peru zijn er weinig opties voor jonge dirigenten, dus op mijn negentiende ging ik naar Duitsland om verder te leren. Ik ben nu nog bezig met mijn masteropleiding in Stuttgart. In Latijns-Amerikaanse muziek, zoals salsa, zit er veel ritme in de trompet. Vanwege mijn achtergrond als trompettist let ik altijd eerst op het ritme. Niet dat ik elke tel aangeef met een slag.

Van maestro Thielemann hoop ik te leren hoe ik Wagner goed kan dirigeren. Daar is hij een specialist in. Het moeilijkste aan die muziek is dat er zoveel verschillende melodieën samenkomen. Tijdens repetities ben ik extraverter dan normaal, ik kan heel open praten over muziek. Maar vergeleken met veel orkestleden ben ik nog best jong. Dus voor mij is het ook belangrijk om te leren dat ik me niet meer als een student gedraag, maar me echt als een dirigent presenteer.’

  • Zofia Kiniorska

    Foto: Bartek Barczyk

    Zofia Kiniorska

    Foto: Bartek Barczyk

  • Zofia Kiniorska

    Foto: Bartek Barczyk

    Zofia Kiniorska

    Foto: Bartek Barczyk

Zofia Kiniorska (Polen, 1996)

Ik kom uit een muzikale familie. Mijn ouders wilden graag dat ik pianist werd, maar ik kreeg zoveel stress tijdens optredens dat het me mijn gezondheid kostte. Tijdens mijn middelbare school begon ik met het dirigeren van amateurkoren. Langzamerhand kwamen daar ook instrumentale ensembles bij en ik dacht: Wow, ik kan dit zonder stress doen! Misschien heb ik mijn plekje wel gevonden. Nog steeds ervaar ik geen negatieve stress op het podium als ik dirigeer, alleen gezonde spanning.

‘De afgelopen jaren keek ik altijd online mee’

Het duurde wel even voordat mijn ouders ak­koord waren met mijn carrière­switch. Ze dachten dat het moeilijk voor me zou worden als vrouw. Maar nu ze zien dat ik tevreden ben met mijn beroep, zijn ze heel blij en trots.

Ik zie er vrij jong uit en dat is voor sommige musici lastig: dirigeren zien zij als een beroep voor ervaren, oudere mensen. Er zijn nog steeds veel conservatieve orkesten die niet graag met jonge mensen werken. Maar ik ben een heel positief en energiek persoon en probeer altijd met andere mensen te werken op hetzelfde niveau. En dat werkt. De wereld begint te veranderen. Ik geef nu zelfs les op mijn oude ­muziekschool. Dat is al een teken.
Ik ben zeer vereerd dat ik aan deze prestigieuze masterclass mee mag doen. De afgelopen jaren keek ik altijd online mee. Maestro Thielemann is een ­legende. Ik kijk er erg naar uit om hem te ontmoeten en sta open voor al zijn tips. Waarschijnlijk denk ik bij alles wat hij zegt: ja, natuurlijk!’

Zofia Kiniorska (Polen, 1996)

Ik kom uit een muzikale familie. Mijn ouders wilden graag dat ik pianist werd, maar ik kreeg zoveel stress tijdens optredens dat het me mijn gezondheid kostte. Tijdens mijn middelbare school begon ik met het dirigeren van amateurkoren. Langzamerhand kwamen daar ook instrumentale ensembles bij en ik dacht: Wow, ik kan dit zonder stress doen! Misschien heb ik mijn plekje wel gevonden. Nog steeds ervaar ik geen negatieve stress op het podium als ik dirigeer, alleen gezonde spanning.

‘De afgelopen jaren keek ik altijd online mee’

Het duurde wel even voordat mijn ouders ak­koord waren met mijn carrière­switch. Ze dachten dat het moeilijk voor me zou worden als vrouw. Maar nu ze zien dat ik tevreden ben met mijn beroep, zijn ze heel blij en trots.

Ik zie er vrij jong uit en dat is voor sommige musici lastig: dirigeren zien zij als een beroep voor ervaren, oudere mensen. Er zijn nog steeds veel conservatieve orkesten die niet graag met jonge mensen werken. Maar ik ben een heel positief en energiek persoon en probeer altijd met andere mensen te werken op hetzelfde niveau. En dat werkt. De wereld begint te veranderen. Ik geef nu zelfs les op mijn oude ­muziekschool. Dat is al een teken.
Ik ben zeer vereerd dat ik aan deze prestigieuze masterclass mee mag doen. De afgelopen jaren keek ik altijd online mee. Maestro Thielemann is een ­legende. Ik kijk er erg naar uit om hem te ontmoeten en sta open voor al zijn tips. Waarschijnlijk denk ik bij alles wat hij zegt: ja, natuurlijk!’

  • Swann Van Rechem

    Foto: onbekend

    Swann Van Rechem

    Foto: onbekend

  • Swann Van Rechem

    Foto: onbekend

    Swann Van Rechem

    Foto: onbekend

Swann Van Rechem (Frankrijk, 1998)

‘In 2012 zat ik in de zaal bij de aller­eerste editie van de Ammodo Masterclass, met Mariss Jansons. Sindsdien heb ik me altijd voorbereid op het moment dat ik zelf mee kon doen. Ik heb me eerder aangemeld, maar toen wist ik wel dat het nog te vroeg was.

‘Dat je weet wat het orkest nodig heeft en wat niet, dat is de kunst van dirigeren’

Het Concertgebouworkest ken ik heel goed, ik bewonder de musici zeer. Toen ik in Amsterdam studeerde heb ik ze vaak live gehoord. Ze vinden hun weg in heel divers repertoire: bij Bruckner of Mahler kunnen ze heel warm en krachtig spelen en toch elegant blijven. Ook in Franse of Amerikaanse muziek hebben ze een bepaalde lichtheid. Dit jaar heb ik het Concertgebouw­orkest zelfs veertig minuten gedirigeerd, tijdens de auditie voor ­associate conductor. Ik merkte toen hoe ongelooflijk reactief ze zijn: ik hoef maar een héél klein gebaar met mijn hand te maken of het geluid verandert al. Je kunt met hen echt overal heen gaan. Terwijl sommige andere orkesten op onbekend terrein al snel een beetje verloren aan kunnen voelen, alsof ze niet thuis zijn.

Mijn achtergrond als slagwerker is heel handig bij het dirigeren. Natuurlijk omdat ik gevoel heb voor ritme en tempo, maar ook omdat ik gewend ben iets met mijn ene hand te doen en iets totaal anders met mijn andere. Van Christian Thielemann zou ik willen leren hoe ik een bepaalde klank kan krijgen zonder me er te veel mee te bemoeien. Dat is eigenlijk de kunst van het dirigeren. Dat je weet wat het orkest nodig heeft en wat niet. En hoe je de musici dan krijgt waar je ze wil. Ik zou in de toekomst graag een band met een orkest opbouwen voor een paar jaar en niet elke week van orkest naar orkest hoppen.’

De masterclass wordt op 24, 25 en 26 juni vanaf ca. 19.00 uur ­gestreamd via concertgebouworkest.nl en de YouTube-kanalen van het orkest.

Swann Van Rechem (Frankrijk, 1998)

‘In 2012 zat ik in de zaal bij de aller­eerste editie van de Ammodo Masterclass, met Mariss Jansons. Sindsdien heb ik me altijd voorbereid op het moment dat ik zelf mee kon doen. Ik heb me eerder aangemeld, maar toen wist ik wel dat het nog te vroeg was.

‘Dat je weet wat het orkest nodig heeft en wat niet, dat is de kunst van dirigeren’

Het Concertgebouworkest ken ik heel goed, ik bewonder de musici zeer. Toen ik in Amsterdam studeerde heb ik ze vaak live gehoord. Ze vinden hun weg in heel divers repertoire: bij Bruckner of Mahler kunnen ze heel warm en krachtig spelen en toch elegant blijven. Ook in Franse of Amerikaanse muziek hebben ze een bepaalde lichtheid. Dit jaar heb ik het Concertgebouw­orkest zelfs veertig minuten gedirigeerd, tijdens de auditie voor ­associate conductor. Ik merkte toen hoe ongelooflijk reactief ze zijn: ik hoef maar een héél klein gebaar met mijn hand te maken of het geluid verandert al. Je kunt met hen echt overal heen gaan. Terwijl sommige andere orkesten op onbekend terrein al snel een beetje verloren aan kunnen voelen, alsof ze niet thuis zijn.

Mijn achtergrond als slagwerker is heel handig bij het dirigeren. Natuurlijk omdat ik gevoel heb voor ritme en tempo, maar ook omdat ik gewend ben iets met mijn ene hand te doen en iets totaal anders met mijn andere. Van Christian Thielemann zou ik willen leren hoe ik een bepaalde klank kan krijgen zonder me er te veel mee te bemoeien. Dat is eigenlijk de kunst van het dirigeren. Dat je weet wat het orkest nodig heeft en wat niet. En hoe je de musici dan krijgt waar je ze wil. Ik zou in de toekomst graag een band met een orkest opbouwen voor een paar jaar en niet elke week van orkest naar orkest hoppen.’

De masterclass wordt op 24, 25 en 26 juni vanaf ca. 19.00 uur ­gestreamd via concertgebouworkest.nl en de YouTube-kanalen van het orkest.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.