Winters klassiek
door Lonneke Tausch 16 dec. 2021 16 december 2021
Januari is de maand van sneeuw en ijs. Hoe klinkt muzikale winterkou door de eeuwen heen? En hoe klinkt de gloed van een nieuwe start?
1
Cold Song (uit ‘King Arthur’, 1691) – Henry Purcell
Tegen zijn zin wordt operapersonage The Cold Genius door liefdesgod Cupido gewekt ‘from beds of everlasting snow’. Hij klappertandt zichzelf knorrig door deze uitzonderlijke aria heen: ‘I can scarcely move or draw my breath / Let me, let me freeze again to death’. Perfect oefenmateriaal voor staccatozang: steeds stokt de stem.
2
Winter (uit ‘De vier jaargetijden’, 1725) – Antonio Vivaldi
Als je de strijkers hoort bibberen en beven zie je voor je geestesoog de schaatsenrijders glibberen. De componist voorzag zijn krassende winterkraker van een eigen sonnet: ‘Dan, een abrupte draai, glijden, vallen op de grond. / Opnieuw het ijs opgaan en behoedzaam haasten, / opdat het niet scheuren zal.’
3
Januari: Bij de haard (uit ‘De seizoenen’, 1875-76) – Pjotr Tsjaikovski
De uitgever koppelde aan iedere maand van deze twaalfdelige pianocyclus een stukje poëzie. Het gemoedelijke openingsdeel gaat vergezeld van Poesjkin: ‘Een klein hoekje van vredige gelukzaligheid, / de nacht gekleed in de schemering; / het vuurtje dooft in de open haard, en de kaars is opgebrand.’ De sfeer van knus op de bank, sloffen aan, bijna bedtijd.
4
Un soir de neige (24-26 december 1944) – Francis Poulenc
In deze vierdelige en zesstemmige à cappella-kamercantate op sneeuwgedichten van Paul Eluard klinkt heel wat kilheid (chromatiek!): de schoonheid van de winterse natuur botst met kou, nacht, eenzaamheid en dood. Tijdens de kerstdagen aan het einde van de oorlog in Frankrijk geschreven door een componist die zijn katholieke geloof had herontdekt.
5
Baltā ainava (‘Wit landschap’; 1980) – Pēteris Vasks
In de beknopte beschrijving van de componist zelf: ‘Alles is wit. Een nieuw jaar begint.’ Deze kalme, uitgestrekte meditatie heeft geen maatstrepen en de twee thema’s zijn te spelen op alleen de witte toetsen van de piano. Alles ligt open!
1
Cold Song (uit ‘King Arthur’, 1691) – Henry Purcell
Tegen zijn zin wordt operapersonage The Cold Genius door liefdesgod Cupido gewekt ‘from beds of everlasting snow’. Hij klappertandt zichzelf knorrig door deze uitzonderlijke aria heen: ‘I can scarcely move or draw my breath / Let me, let me freeze again to death’. Perfect oefenmateriaal voor staccatozang: steeds stokt de stem.
2
Winter (uit ‘De vier jaargetijden’, 1725) – Antonio Vivaldi
Als je de strijkers hoort bibberen en beven zie je voor je geestesoog de schaatsenrijders glibberen. De componist voorzag zijn krassende winterkraker van een eigen sonnet: ‘Dan, een abrupte draai, glijden, vallen op de grond. / Opnieuw het ijs opgaan en behoedzaam haasten, / opdat het niet scheuren zal.’
3
Januari: Bij de haard (uit ‘De seizoenen’, 1875-76) – Pjotr Tsjaikovski
De uitgever koppelde aan iedere maand van deze twaalfdelige pianocyclus een stukje poëzie. Het gemoedelijke openingsdeel gaat vergezeld van Poesjkin: ‘Een klein hoekje van vredige gelukzaligheid, / de nacht gekleed in de schemering; / het vuurtje dooft in de open haard, en de kaars is opgebrand.’ De sfeer van knus op de bank, sloffen aan, bijna bedtijd.
4
Un soir de neige (24-26 december 1944) – Francis Poulenc
In deze vierdelige en zesstemmige à cappella-kamercantate op sneeuwgedichten van Paul Eluard klinkt heel wat kilheid (chromatiek!): de schoonheid van de winterse natuur botst met kou, nacht, eenzaamheid en dood. Tijdens de kerstdagen aan het einde van de oorlog in Frankrijk geschreven door een componist die zijn katholieke geloof had herontdekt.
5
Baltā ainava (‘Wit landschap’; 1980) – Pēteris Vasks
In de beknopte beschrijving van de componist zelf: ‘Alles is wit. Een nieuw jaar begint.’ Deze kalme, uitgestrekte meditatie heeft geen maatstrepen en de twee thema’s zijn te spelen op alleen de witte toetsen van de piano. Alles ligt open!