
Concertprogramma
Nieuwe Blik Terug: Florence Price, Margaret Bonds & Majoie Hajary
Kleine Zaal 21 maart 2025 20.15 uur
Imara Thomas sopraan
Tony Roe piano
Orville Breeveld verteller
Dit programma maakt deel uit van de serie Nieuwe Blik Terug.
Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.
De volgorde van het programma is onder voorbehoud.
Florence Price (1887-1953)
Sympathy (jaartal onbekend)
Hold Fast to Dreams (1945)
At the Feet o’ Jesus (1930)
Andante uit ‘Sonate in e kl.t.’ (1932)
voor piano solo
Margaret Bonds (1913-1972)
Four Songs
Even in the Moment
Hyacinth
Women Have Loved Before as I Love Now
Lord I Just Can´t Keep from Crying
Majoie Hajary (1921-2017)
Sommernacht (1947)
Tout ce que je sais de moi
aria uit ‘La larme d’or’ (eind jaren 1980-2017)
Surinaamse rapsodie (1949/60)
voor piano solo
Consuelo Velasquez (1916-2005)
Bésame mucho (1932-40)
Charles Gabriel (1856-1932) / Civilla Martin (1866-1948)
His Eye Is on the Sparrow (1905)
er is geen pauze
einde ± 21.40 uur
Met dank aan Concertgebouw Connects.
Imara Thomas sopraan
Tony Roe piano
Orville Breeveld verteller
Dit programma maakt deel uit van de serie Nieuwe Blik Terug.
Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.
De volgorde van het programma is onder voorbehoud.
Florence Price (1887-1953)
Sympathy (jaartal onbekend)
Hold Fast to Dreams (1945)
At the Feet o’ Jesus (1930)
Andante uit ‘Sonate in e kl.t.’ (1932)
voor piano solo
Margaret Bonds (1913-1972)
Four Songs
Even in the Moment
Hyacinth
Women Have Loved Before as I Love Now
Lord I Just Can´t Keep from Crying
Majoie Hajary (1921-2017)
Sommernacht (1947)
Tout ce que je sais de moi
aria uit ‘La larme d’or’ (eind jaren 1980-2017)
Surinaamse rapsodie (1949/60)
voor piano solo
Consuelo Velasquez (1916-2005)
Bésame mucho (1932-40)
Charles Gabriel (1856-1932) / Civilla Martin (1866-1948)
His Eye Is on the Sparrow (1905)
er is geen pauze
einde ± 21.40 uur
Met dank aan Concertgebouw Connects.
Toelichting
Toelichting
Een stuk muziekgeschiedenis onder de loep nemen met de vraag: wat hebben we gemist, over het hoofd gezien? Het is een mooie manier om vergeten parels boven water te halen. En het roept gewetensvragen op. Want waarom zijn componisten als Florence Price, Margaret Bonds en Majoie Hajary lange tijd in het gat van de geschiedenis verdwenen? En waarom kan bijna iedereen populaire songs als Bésame mucho en His Eye is on the Sparrow meezingen, maar weet bijna niemand welke componist daar achter zit? Het pijnlijke antwoord is dat het in dit programma telkens weer om mensen van kleur draait. En om vrouwen. Tot voor kort was men dan, zeker in de hoek van de klassieke muziek, dubbel gehandicapt, zoals Florence Price al eens aangaf.
Toch waren deze vrouwen, Price en Bonds in de Verenigde Staten en Hajary in Nederland en Frankrijk, zelfs tegen de klippen van de maatschappelijke conventies op in hoge mate succesvol gedurende een groot deel van hun werkzame leven. Al was daar behoorlijk wat pionierswerk voor nodig. Zo gaf Florence Price bij het New England Conservatory of Music in Boston, waar ze orgel en piano studeerde, op dat ze uit Mexico kwam om zo de hoge mate van rassendiscriminatie enigszins te omzeilen.
Florence Price
Florence Price slaagde aan het conservatorium in Boston ook glansrijk voor compositie. Nadat de rassendiscriminatie in haar geboorteplaats Little Rock in Arkansas, waar ze na haar studie een lespraktijk had, gewelddadige vormen aannam, vertrok Price met haar gezin naar Chicago. Daar maakte ze deel uit van de Chicago Black Renaissance, een verzamelnaam voor schrijvers, dichters, musici en componisten van kleur die de Afro-Amerikaanse culturele erfenis op de kaart wisten te zetten. Price groeide er uit tot de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse componist wier werk door een van de grote Amerikaanse symfonieorkesten uitgevoerd werd [de Eerste symfonie, op 15 juni 1933 door het Chicago Symphony Orchestra, red.]. Minstens zo belangrijk was haar ontmoeting met pianiste en componiste Margaret Bonds. Via haar maakte Price kennis met de dichter Langston Hughes, een van de kopstukken van de Harlem Renaissance. Zijn werk gaf de impuls voor liederen als Hold Fast to Dreams en At the Feet o’Jesus, waarin haar Afro-Amerikaanse achtergrond en haar kennis van het gospelrepertoire sterk naar voren komen.
Margaret Bonds
‘Mensen denken niet echt dat een vrouw kan concurreren in het veld van concertmuziek... Van vrouwen wordt verwacht dat ze echtgenotes, moeders zijn en alle nare dingen in de gemeenschap doen (Oh, ik doe ze), en als een vrouw ook nog eens vervloekt is met talent, dan blijft ze zich daarvoor verontschuldigen’, zo omschreef Margaret Bonds – een generatie jonger dan Price, bij wie ze enige tijd piano en compositie studeerde – haar leven al eens. Ze zou de eerste Afro-Amerikaanse soliste worden bij het Chicaco Symphony Orchestra en ze wierp zich op als voorvechter van mensenrechten in het algemeen en die van mensen van kleur in het bijzonder. Mede door haar vriendschap met Langston Hughes, wiens gedichten ze regelmatig op muziek zette, groeide ze uit tot een belangrijk liedcomponist. Haar werk in deze strekte zich uit van het kunstlied tot aan arrangementen van spirituals. In haar liederen manifesteerde Bonds zich ook als feministe, vooral door haar keus voor gedichten van de Amerikaanse dichter, schrijver en feministe Edna St. Vincent Millay. Drie liederen op gedichten van haar staan vandaag op het programma. Het andere lied, Lord I Just Can’t Keep from Crying, is een zetting van een spiritual; het roept bovendien het werk van George Gershwin in herinnering.
Majoie Hajary
Het verhaal van Majoie Hajary heeft raakvlakken met de geschiedenis van Price en Bonds, maar is wezenlijk anders. Hajary had vooral de handicap van het vrouw-zijn; haar Surinaamse afkomst speelde in mindere mate. Ze studeerde aan het Amsterdams Conservatorium onder andere compositie bij Willem Andriessen en wist in 1943 de eerste prijs van het conservatorium te winnen voor haar Hindoestaanse fantaisie, die ze onder andere met het Concertgebouworkest uitvoerde. Na de oorlog raakte ze in Nederland uit beeld; vooral omdat ze eerst naar Zuid-Amerika verhuisde en vervolgens met haar Franse echtgenoot en Air France-directeur Roland Garros overal ter wereld woonde. In 1949 studeerde ze nog in Parijs compositie bij Louis Aubert en Nadia Boulanger. In haar werk kwamen haar Surinaamse achtergrond maar ook haar Afrikaanse en Indiase wortels en haar vele internationale reizen naar voren. ‘Een componist wordt pas werkelijk gewaardeerd na haar dood,’ sprak ze al eens. Vanavond klinken het lied Sommernacht, een aria uit haar onvoltooide opera La larme d’or en de pianosolo Surinaamse rapsodie, waarin variaties op het Surinaamse volksliedje Peroen, peroen, mi patron terug te horen zijn.
Uit de vergetelheid
Wat de drie componistes verenigt is de mate van vergetelheid waaronder hun werk lange tijd heeft geleden. Zoals bijna niemand zich herinnert dat de Spaanstalige klassieker Bésame mucho geschreven is door de Mexicaanse Consuelo Vélazquez of dat de tekst van de hymne His Eye is on the Sparrow afkomstig is van de Canadees-Amerikaanse Civilla Martin, zo kregen deze vrouwen in de laatste jaren van hun leven en na hun dood lange tijd niet de aandacht die hun voornamelijk blanke mannelijke collega’s wel kregen. De serie ‘Nieuwe Blik Terug’ biedt daarom niet alleen een verdere kennismaking met het werk van deze vrouwen, maar ook een historische correctie in de hoop dat de woorden van Margaret Bonds verleden tijd zijn en het voor altijd duidelijk is dat deze vrouwen voor niets en niemand onderdoen.
Een stuk muziekgeschiedenis onder de loep nemen met de vraag: wat hebben we gemist, over het hoofd gezien? Het is een mooie manier om vergeten parels boven water te halen. En het roept gewetensvragen op. Want waarom zijn componisten als Florence Price, Margaret Bonds en Majoie Hajary lange tijd in het gat van de geschiedenis verdwenen? En waarom kan bijna iedereen populaire songs als Bésame mucho en His Eye is on the Sparrow meezingen, maar weet bijna niemand welke componist daar achter zit? Het pijnlijke antwoord is dat het in dit programma telkens weer om mensen van kleur draait. En om vrouwen. Tot voor kort was men dan, zeker in de hoek van de klassieke muziek, dubbel gehandicapt, zoals Florence Price al eens aangaf.
Toch waren deze vrouwen, Price en Bonds in de Verenigde Staten en Hajary in Nederland en Frankrijk, zelfs tegen de klippen van de maatschappelijke conventies op in hoge mate succesvol gedurende een groot deel van hun werkzame leven. Al was daar behoorlijk wat pionierswerk voor nodig. Zo gaf Florence Price bij het New England Conservatory of Music in Boston, waar ze orgel en piano studeerde, op dat ze uit Mexico kwam om zo de hoge mate van rassendiscriminatie enigszins te omzeilen.
Florence Price
Florence Price slaagde aan het conservatorium in Boston ook glansrijk voor compositie. Nadat de rassendiscriminatie in haar geboorteplaats Little Rock in Arkansas, waar ze na haar studie een lespraktijk had, gewelddadige vormen aannam, vertrok Price met haar gezin naar Chicago. Daar maakte ze deel uit van de Chicago Black Renaissance, een verzamelnaam voor schrijvers, dichters, musici en componisten van kleur die de Afro-Amerikaanse culturele erfenis op de kaart wisten te zetten. Price groeide er uit tot de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse componist wier werk door een van de grote Amerikaanse symfonieorkesten uitgevoerd werd [de Eerste symfonie, op 15 juni 1933 door het Chicago Symphony Orchestra, red.]. Minstens zo belangrijk was haar ontmoeting met pianiste en componiste Margaret Bonds. Via haar maakte Price kennis met de dichter Langston Hughes, een van de kopstukken van de Harlem Renaissance. Zijn werk gaf de impuls voor liederen als Hold Fast to Dreams en At the Feet o’Jesus, waarin haar Afro-Amerikaanse achtergrond en haar kennis van het gospelrepertoire sterk naar voren komen.
Margaret Bonds
‘Mensen denken niet echt dat een vrouw kan concurreren in het veld van concertmuziek... Van vrouwen wordt verwacht dat ze echtgenotes, moeders zijn en alle nare dingen in de gemeenschap doen (Oh, ik doe ze), en als een vrouw ook nog eens vervloekt is met talent, dan blijft ze zich daarvoor verontschuldigen’, zo omschreef Margaret Bonds – een generatie jonger dan Price, bij wie ze enige tijd piano en compositie studeerde – haar leven al eens. Ze zou de eerste Afro-Amerikaanse soliste worden bij het Chicaco Symphony Orchestra en ze wierp zich op als voorvechter van mensenrechten in het algemeen en die van mensen van kleur in het bijzonder. Mede door haar vriendschap met Langston Hughes, wiens gedichten ze regelmatig op muziek zette, groeide ze uit tot een belangrijk liedcomponist. Haar werk in deze strekte zich uit van het kunstlied tot aan arrangementen van spirituals. In haar liederen manifesteerde Bonds zich ook als feministe, vooral door haar keus voor gedichten van de Amerikaanse dichter, schrijver en feministe Edna St. Vincent Millay. Drie liederen op gedichten van haar staan vandaag op het programma. Het andere lied, Lord I Just Can’t Keep from Crying, is een zetting van een spiritual; het roept bovendien het werk van George Gershwin in herinnering.
Majoie Hajary
Het verhaal van Majoie Hajary heeft raakvlakken met de geschiedenis van Price en Bonds, maar is wezenlijk anders. Hajary had vooral de handicap van het vrouw-zijn; haar Surinaamse afkomst speelde in mindere mate. Ze studeerde aan het Amsterdams Conservatorium onder andere compositie bij Willem Andriessen en wist in 1943 de eerste prijs van het conservatorium te winnen voor haar Hindoestaanse fantaisie, die ze onder andere met het Concertgebouworkest uitvoerde. Na de oorlog raakte ze in Nederland uit beeld; vooral omdat ze eerst naar Zuid-Amerika verhuisde en vervolgens met haar Franse echtgenoot en Air France-directeur Roland Garros overal ter wereld woonde. In 1949 studeerde ze nog in Parijs compositie bij Louis Aubert en Nadia Boulanger. In haar werk kwamen haar Surinaamse achtergrond maar ook haar Afrikaanse en Indiase wortels en haar vele internationale reizen naar voren. ‘Een componist wordt pas werkelijk gewaardeerd na haar dood,’ sprak ze al eens. Vanavond klinken het lied Sommernacht, een aria uit haar onvoltooide opera La larme d’or en de pianosolo Surinaamse rapsodie, waarin variaties op het Surinaamse volksliedje Peroen, peroen, mi patron terug te horen zijn.
Uit de vergetelheid
Wat de drie componistes verenigt is de mate van vergetelheid waaronder hun werk lange tijd heeft geleden. Zoals bijna niemand zich herinnert dat de Spaanstalige klassieker Bésame mucho geschreven is door de Mexicaanse Consuelo Vélazquez of dat de tekst van de hymne His Eye is on the Sparrow afkomstig is van de Canadees-Amerikaanse Civilla Martin, zo kregen deze vrouwen in de laatste jaren van hun leven en na hun dood lange tijd niet de aandacht die hun voornamelijk blanke mannelijke collega’s wel kregen. De serie ‘Nieuwe Blik Terug’ biedt daarom niet alleen een verdere kennismaking met het werk van deze vrouwen, maar ook een historische correctie in de hoop dat de woorden van Margaret Bonds verleden tijd zijn en het voor altijd duidelijk is dat deze vrouwen voor niets en niemand onderdoen.
Toelichting
Een stuk muziekgeschiedenis onder de loep nemen met de vraag: wat hebben we gemist, over het hoofd gezien? Het is een mooie manier om vergeten parels boven water te halen. En het roept gewetensvragen op. Want waarom zijn componisten als Florence Price, Margaret Bonds en Majoie Hajary lange tijd in het gat van de geschiedenis verdwenen? En waarom kan bijna iedereen populaire songs als Bésame mucho en His Eye is on the Sparrow meezingen, maar weet bijna niemand welke componist daar achter zit? Het pijnlijke antwoord is dat het in dit programma telkens weer om mensen van kleur draait. En om vrouwen. Tot voor kort was men dan, zeker in de hoek van de klassieke muziek, dubbel gehandicapt, zoals Florence Price al eens aangaf.
Toch waren deze vrouwen, Price en Bonds in de Verenigde Staten en Hajary in Nederland en Frankrijk, zelfs tegen de klippen van de maatschappelijke conventies op in hoge mate succesvol gedurende een groot deel van hun werkzame leven. Al was daar behoorlijk wat pionierswerk voor nodig. Zo gaf Florence Price bij het New England Conservatory of Music in Boston, waar ze orgel en piano studeerde, op dat ze uit Mexico kwam om zo de hoge mate van rassendiscriminatie enigszins te omzeilen.
Florence Price
Florence Price slaagde aan het conservatorium in Boston ook glansrijk voor compositie. Nadat de rassendiscriminatie in haar geboorteplaats Little Rock in Arkansas, waar ze na haar studie een lespraktijk had, gewelddadige vormen aannam, vertrok Price met haar gezin naar Chicago. Daar maakte ze deel uit van de Chicago Black Renaissance, een verzamelnaam voor schrijvers, dichters, musici en componisten van kleur die de Afro-Amerikaanse culturele erfenis op de kaart wisten te zetten. Price groeide er uit tot de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse componist wier werk door een van de grote Amerikaanse symfonieorkesten uitgevoerd werd [de Eerste symfonie, op 15 juni 1933 door het Chicago Symphony Orchestra, red.]. Minstens zo belangrijk was haar ontmoeting met pianiste en componiste Margaret Bonds. Via haar maakte Price kennis met de dichter Langston Hughes, een van de kopstukken van de Harlem Renaissance. Zijn werk gaf de impuls voor liederen als Hold Fast to Dreams en At the Feet o’Jesus, waarin haar Afro-Amerikaanse achtergrond en haar kennis van het gospelrepertoire sterk naar voren komen.
Margaret Bonds
‘Mensen denken niet echt dat een vrouw kan concurreren in het veld van concertmuziek... Van vrouwen wordt verwacht dat ze echtgenotes, moeders zijn en alle nare dingen in de gemeenschap doen (Oh, ik doe ze), en als een vrouw ook nog eens vervloekt is met talent, dan blijft ze zich daarvoor verontschuldigen’, zo omschreef Margaret Bonds – een generatie jonger dan Price, bij wie ze enige tijd piano en compositie studeerde – haar leven al eens. Ze zou de eerste Afro-Amerikaanse soliste worden bij het Chicaco Symphony Orchestra en ze wierp zich op als voorvechter van mensenrechten in het algemeen en die van mensen van kleur in het bijzonder. Mede door haar vriendschap met Langston Hughes, wiens gedichten ze regelmatig op muziek zette, groeide ze uit tot een belangrijk liedcomponist. Haar werk in deze strekte zich uit van het kunstlied tot aan arrangementen van spirituals. In haar liederen manifesteerde Bonds zich ook als feministe, vooral door haar keus voor gedichten van de Amerikaanse dichter, schrijver en feministe Edna St. Vincent Millay. Drie liederen op gedichten van haar staan vandaag op het programma. Het andere lied, Lord I Just Can’t Keep from Crying, is een zetting van een spiritual; het roept bovendien het werk van George Gershwin in herinnering.
Majoie Hajary
Het verhaal van Majoie Hajary heeft raakvlakken met de geschiedenis van Price en Bonds, maar is wezenlijk anders. Hajary had vooral de handicap van het vrouw-zijn; haar Surinaamse afkomst speelde in mindere mate. Ze studeerde aan het Amsterdams Conservatorium onder andere compositie bij Willem Andriessen en wist in 1943 de eerste prijs van het conservatorium te winnen voor haar Hindoestaanse fantaisie, die ze onder andere met het Concertgebouworkest uitvoerde. Na de oorlog raakte ze in Nederland uit beeld; vooral omdat ze eerst naar Zuid-Amerika verhuisde en vervolgens met haar Franse echtgenoot en Air France-directeur Roland Garros overal ter wereld woonde. In 1949 studeerde ze nog in Parijs compositie bij Louis Aubert en Nadia Boulanger. In haar werk kwamen haar Surinaamse achtergrond maar ook haar Afrikaanse en Indiase wortels en haar vele internationale reizen naar voren. ‘Een componist wordt pas werkelijk gewaardeerd na haar dood,’ sprak ze al eens. Vanavond klinken het lied Sommernacht, een aria uit haar onvoltooide opera La larme d’or en de pianosolo Surinaamse rapsodie, waarin variaties op het Surinaamse volksliedje Peroen, peroen, mi patron terug te horen zijn.
Uit de vergetelheid
Wat de drie componistes verenigt is de mate van vergetelheid waaronder hun werk lange tijd heeft geleden. Zoals bijna niemand zich herinnert dat de Spaanstalige klassieker Bésame mucho geschreven is door de Mexicaanse Consuelo Vélazquez of dat de tekst van de hymne His Eye is on the Sparrow afkomstig is van de Canadees-Amerikaanse Civilla Martin, zo kregen deze vrouwen in de laatste jaren van hun leven en na hun dood lange tijd niet de aandacht die hun voornamelijk blanke mannelijke collega’s wel kregen. De serie ‘Nieuwe Blik Terug’ biedt daarom niet alleen een verdere kennismaking met het werk van deze vrouwen, maar ook een historische correctie in de hoop dat de woorden van Margaret Bonds verleden tijd zijn en het voor altijd duidelijk is dat deze vrouwen voor niets en niemand onderdoen.
Een stuk muziekgeschiedenis onder de loep nemen met de vraag: wat hebben we gemist, over het hoofd gezien? Het is een mooie manier om vergeten parels boven water te halen. En het roept gewetensvragen op. Want waarom zijn componisten als Florence Price, Margaret Bonds en Majoie Hajary lange tijd in het gat van de geschiedenis verdwenen? En waarom kan bijna iedereen populaire songs als Bésame mucho en His Eye is on the Sparrow meezingen, maar weet bijna niemand welke componist daar achter zit? Het pijnlijke antwoord is dat het in dit programma telkens weer om mensen van kleur draait. En om vrouwen. Tot voor kort was men dan, zeker in de hoek van de klassieke muziek, dubbel gehandicapt, zoals Florence Price al eens aangaf.
Toch waren deze vrouwen, Price en Bonds in de Verenigde Staten en Hajary in Nederland en Frankrijk, zelfs tegen de klippen van de maatschappelijke conventies op in hoge mate succesvol gedurende een groot deel van hun werkzame leven. Al was daar behoorlijk wat pionierswerk voor nodig. Zo gaf Florence Price bij het New England Conservatory of Music in Boston, waar ze orgel en piano studeerde, op dat ze uit Mexico kwam om zo de hoge mate van rassendiscriminatie enigszins te omzeilen.
Florence Price
Florence Price slaagde aan het conservatorium in Boston ook glansrijk voor compositie. Nadat de rassendiscriminatie in haar geboorteplaats Little Rock in Arkansas, waar ze na haar studie een lespraktijk had, gewelddadige vormen aannam, vertrok Price met haar gezin naar Chicago. Daar maakte ze deel uit van de Chicago Black Renaissance, een verzamelnaam voor schrijvers, dichters, musici en componisten van kleur die de Afro-Amerikaanse culturele erfenis op de kaart wisten te zetten. Price groeide er uit tot de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse componist wier werk door een van de grote Amerikaanse symfonieorkesten uitgevoerd werd [de Eerste symfonie, op 15 juni 1933 door het Chicago Symphony Orchestra, red.]. Minstens zo belangrijk was haar ontmoeting met pianiste en componiste Margaret Bonds. Via haar maakte Price kennis met de dichter Langston Hughes, een van de kopstukken van de Harlem Renaissance. Zijn werk gaf de impuls voor liederen als Hold Fast to Dreams en At the Feet o’Jesus, waarin haar Afro-Amerikaanse achtergrond en haar kennis van het gospelrepertoire sterk naar voren komen.
Margaret Bonds
‘Mensen denken niet echt dat een vrouw kan concurreren in het veld van concertmuziek... Van vrouwen wordt verwacht dat ze echtgenotes, moeders zijn en alle nare dingen in de gemeenschap doen (Oh, ik doe ze), en als een vrouw ook nog eens vervloekt is met talent, dan blijft ze zich daarvoor verontschuldigen’, zo omschreef Margaret Bonds – een generatie jonger dan Price, bij wie ze enige tijd piano en compositie studeerde – haar leven al eens. Ze zou de eerste Afro-Amerikaanse soliste worden bij het Chicaco Symphony Orchestra en ze wierp zich op als voorvechter van mensenrechten in het algemeen en die van mensen van kleur in het bijzonder. Mede door haar vriendschap met Langston Hughes, wiens gedichten ze regelmatig op muziek zette, groeide ze uit tot een belangrijk liedcomponist. Haar werk in deze strekte zich uit van het kunstlied tot aan arrangementen van spirituals. In haar liederen manifesteerde Bonds zich ook als feministe, vooral door haar keus voor gedichten van de Amerikaanse dichter, schrijver en feministe Edna St. Vincent Millay. Drie liederen op gedichten van haar staan vandaag op het programma. Het andere lied, Lord I Just Can’t Keep from Crying, is een zetting van een spiritual; het roept bovendien het werk van George Gershwin in herinnering.
Majoie Hajary
Het verhaal van Majoie Hajary heeft raakvlakken met de geschiedenis van Price en Bonds, maar is wezenlijk anders. Hajary had vooral de handicap van het vrouw-zijn; haar Surinaamse afkomst speelde in mindere mate. Ze studeerde aan het Amsterdams Conservatorium onder andere compositie bij Willem Andriessen en wist in 1943 de eerste prijs van het conservatorium te winnen voor haar Hindoestaanse fantaisie, die ze onder andere met het Concertgebouworkest uitvoerde. Na de oorlog raakte ze in Nederland uit beeld; vooral omdat ze eerst naar Zuid-Amerika verhuisde en vervolgens met haar Franse echtgenoot en Air France-directeur Roland Garros overal ter wereld woonde. In 1949 studeerde ze nog in Parijs compositie bij Louis Aubert en Nadia Boulanger. In haar werk kwamen haar Surinaamse achtergrond maar ook haar Afrikaanse en Indiase wortels en haar vele internationale reizen naar voren. ‘Een componist wordt pas werkelijk gewaardeerd na haar dood,’ sprak ze al eens. Vanavond klinken het lied Sommernacht, een aria uit haar onvoltooide opera La larme d’or en de pianosolo Surinaamse rapsodie, waarin variaties op het Surinaamse volksliedje Peroen, peroen, mi patron terug te horen zijn.
Uit de vergetelheid
Wat de drie componistes verenigt is de mate van vergetelheid waaronder hun werk lange tijd heeft geleden. Zoals bijna niemand zich herinnert dat de Spaanstalige klassieker Bésame mucho geschreven is door de Mexicaanse Consuelo Vélazquez of dat de tekst van de hymne His Eye is on the Sparrow afkomstig is van de Canadees-Amerikaanse Civilla Martin, zo kregen deze vrouwen in de laatste jaren van hun leven en na hun dood lange tijd niet de aandacht die hun voornamelijk blanke mannelijke collega’s wel kregen. De serie ‘Nieuwe Blik Terug’ biedt daarom niet alleen een verdere kennismaking met het werk van deze vrouwen, maar ook een historische correctie in de hoop dat de woorden van Margaret Bonds verleden tijd zijn en het voor altijd duidelijk is dat deze vrouwen voor niets en niemand onderdoen.
Biografie
Imara Thomas, sopraan
Imara Thomas is geboren en getogen in Amsterdam en heeft Arubaanse en Tsjechische roots. Al op haar twaalfde zong ze in De Doelen in Rotterdam in een kerstconcert met het Promenade Orkest.
Aan het Conservatorium van Maastricht studeerde ze bij Yvonne Schiffelers en Mya Besselink en daarna werd ze gecoacht door sopraan Roberta Alexander en pianist Brian Masuda.
Masterclasses volgde ze bij Mirella Freni, Montserrat Caballé, Peter Kooij en Nelly Miricioiu. In 2013 maakte Imara Thomas haar debuut bij De Nationale Opera, en ze vervolgde haar carrière bij het Stadttheater Bremerhaven waar ze zowel in het koor als in solorollen zong. In 2015 kreeg ze een vaste aanstelling bij de Deutsche Oper am Rhein in Düsseldorf/Duisburg, waar ze onder meer de Puccini-rollen vertolkte van Novice in Suor Angelica en Hofdame in Turandot. In de loop der jaren heeft de sopraan in Duitsland in meer dan 60 verschillende opera’s gestaan.
In Het Concertgebouw zong Imara Thomas in juni 2022 in de Grote Zaal Gershwins Summertime als onderdeel van From Southeast with Love; in de Kleine Zaal debuteerde ze in oktober 2023 tijdens de Night with Caribbean Classics die werd georganiseerd door Concertvrienden.
Tony Roe, piano
Tony Roe is een Amsterdamse pianist en componist die graag grenzen verlegt door improvisatie en creatief gebruik van technologie. Aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag studeerde hij klassiek piano bij Rian de Waal, aan het Conservatorium van Amsterdam studeerde hij in 2009 af als jazzpianist en in New York had hij les van Jason Moran.
De musicus werkt aan een promotieonderzoek over het verruimen van mogelijkheden binnen improvisatie, specifiek gebruikmakend van interactieve technologie.
Naast de piano bespeelt Tony Roe ook modulaire synthesizers. In 2009 richtte hij Tin Men and the Telephone op, een innovatieve act met moderne jazz, cutting edge technologie en humor. Door elektronica en computers samen te brengen met akoestische instrumenten herdefinieert dit trio de mogelijkheden van een jazzoptreden. Afgelopen zomer won Tony Roe de Boy Edgarprijs voor jazz en geïmproviseerde muziek. Naast dit alles heeft Tony Roe een grote liefde voor modern-klassieke muziek: Prokofjev, Messiaen en Ligeti noemt hij grote inspiratiebronnen.
Hij werkte samen met het Metropole Orkest, Asko|Schönberg en het Nederlands Blazers Ensemble. In de Kleine Zaal was de pianist eerder te beluisteren met de zangeressen Nora Fischer (februari 2019) en Nai Barghouti (Tribute to Fairouz, november 2019, Entrée Currents: A Night with Arabic Music, april 2022).
Orville Breeveld, spreker
Orville Breeveld maakte in 2021 samen met Floris Kortie de podcastserie Gemiste Sterren, een initiatief van Het Concertgebouw, 24classics en de NTR om op zoek te gaan naar onterecht vergeten zwarte klassieke componisten. In 2023 debuteerde hij bij de NTR als documentairemaker met de tv-serie Nieuwe Blik Terug, waarin hij vergeten zwarte iconen uit de Europese geschiedenis belichtte.
Voor Het Concertgebouw werkte Orville Breeveld eerder aan het symposium Van exclusief naar inclusief (november 2022) en aan From Southeast with Love, dat in mei 2024 in de Grote Zaal zijn tweede editie beleefde. Als gitarist, bandleider, componist en producer werkt Orville Breeveld al zo’n vijfentwintig jaar in de podiumkunsten. Zijn bekendste eigen nummer is Het beste beloofd, dat wel als het volkslied van Amsterdam-Zuidoost wordt beschouwd.
Hij trad op met artiesten als Maher Zain, Karsu, Ronald Snijders, Jetty Mathurin, Izaline Calister, Julia Philippens, Michiel Borstlap en Michelle David en werkte met het Nederlands Blazers Ensemble, het Metropole Orkest, het Amsterdams Andalusisch Orkest, barokgezelschap Combattimento en Black Harmony. Hij stond op North Sea Jazz, en met zijn Breathing Ensemble bracht hij in binnen- en buitenland hommages aan Arabische, Surinaamse, Indiase, Turkse en Indonesische iconen.