Concertprogramma
Persoonlijke Noot: Simone Lamsma en Thomas Beijer
Kleine Zaal 01 juni 2023 20.15 uur
Simone Lamsma viool
Thomas Beijer piano
Dit concert maakt deel uit van de series Persoonlijke Noot en Spotlight.
Lees ook:
- Thomas Beijer: ‘Mijn veelheid aan bezigheden hoort bij mij’
Leoš Janáček (1854-1928)
Sonate (1914-15, revisie 1922)
Con moto
Ballade: Con moto
Allegretto
Adagio
Gabriel Fauré (1845-1924)
Sonate nr. 1 in A gr.t., op. 13 (1875-76)
Allegro molto
Andante
Allegro vivo
Allegro quasi presto
pauze ± 21.00 uur
Thomas Beijer (1988)
Sonate (2023)
Bokeh
Whirlpool
Tomb
Sparks
wereldpremière; mogelijk gemaakt door het Compositieopdrachten Fonds van Het Concertgebouw
Maurice Ravel (1875-1937)
Sonate in G gr.t. (1923-27)
Allegretto
Blues: Moderato
Perpetuum mobile: Allegro
einde ± 22.10 uur
Met dank aan het Compositieopdrachten Fonds.
Simone Lamsma viool
Thomas Beijer piano
Dit concert maakt deel uit van de series Persoonlijke Noot en Spotlight.
Lees ook:
- Thomas Beijer: ‘Mijn veelheid aan bezigheden hoort bij mij’
Leoš Janáček (1854-1928)
Sonate (1914-15, revisie 1922)
Con moto
Ballade: Con moto
Allegretto
Adagio
Gabriel Fauré (1845-1924)
Sonate nr. 1 in A gr.t., op. 13 (1875-76)
Allegro molto
Andante
Allegro vivo
Allegro quasi presto
pauze ± 21.00 uur
Thomas Beijer (1988)
Sonate (2023)
Bokeh
Whirlpool
Tomb
Sparks
wereldpremière; mogelijk gemaakt door het Compositieopdrachten Fonds van Het Concertgebouw
Maurice Ravel (1875-1937)
Sonate in G gr.t. (1923-27)
Allegretto
Blues: Moderato
Perpetuum mobile: Allegro
einde ± 22.10 uur
Met dank aan het Compositieopdrachten Fonds.
Toelichting
Persoonlijke Noot: Simone Lamsma en Thomas Beijer
Pianist Thomas Beijer laat, ook als beeldmaker, verteller en componist, dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten in Het Concertgebouw. Vandaag sluit hij de reeks af met een nieuwe compositie die hij voor Simone Lamsma heeft geschreven, aangevuld met drie favoriete vioolsonates waarvan hij er twee voor het eerst uitvoert.
Bij het samenstellen van de programma’s voor de Spotlight-concerten stond de Sonate van de Tsjechische componist Leoš Janáček bovenaan het verlanglijstje van Thomas Beijer. Deze sonate wilde hij graag samen met Simone Lamsma uitvoeren, de violiste die volgens hem ‘echt alles kan’ en voor wie hij speciaal voor dit concert ook een nieuwe compositie heeft geschreven. ‘We zijn geen vast duo, maar sinds een paar jaar spelen we af en toe samen en dat is altijd heel fijn. We kunnen het goed met elkaar vinden en we hebben een sterke muzikale klik. De vioolsonate van Fauré was een wens van Simone en we sluiten het concert af met Ravels vioolsonate, ook een van mijn lievelingsstukken.’ Vier sonates voor viool en piano, dat klinkt wellicht wat eentonig, maar het tegendeel is waar: Janáček, Fauré, Beijer en Ravel schetsen vier totaal verschillende, unieke klankwerelden.
Janáček: Sonate
Beijer heeft een bijzondere band met Janáček. De ontroerende liederen heeft hij al vaker uitgevoerd, bijvoorbeeld afgelopen 2 mei met mezzosopraan Barbara Kozelj in de Kleine Zaal, maar de vioolsonate speelt hij vanavond voor het eerst. ‘Het is zo’n bijzondere componist, omdat hij een volstrekt eigen idioom heeft ontwikkeld. Zijn Sonate voor viool en piano is een verbluffend stuk, het lijkt helemaal nergens anders op dan op Janáček.
‘Ik zie Fauré als de wegbereider van Debussy en Ravel’
Het wonderlijke openingsdeel is meteen al een binnenkomer van jewelste. Het begint met een soort schreeuw van de violist, die wordt beantwoord door de pianist. De betoverende Slavische melancholie is ook aanwezig, bijvoorbeeld in de Ballade, en verder zitten er ook gekke paradoxen in deze sonate, bijvoorbeeld in het laatste deel. Dat is een soort koraal voor piano en de viool speelt daar steeds een bijna krasserig motief doorheen. Je vraagt je echt af: wat gebeurt hier nou? En het heeft ook iets onheilspellends, alsof er iets niet klopt.’
Fauré: Sonate
Het is vanavond ook Beijers debuut in de Sonate nr. 1 in A groot van Gabriel Fauré. De Franse componist schreef dit werk enkele jaren nadat zijn voormalig pianoleraar Camille Saint-Saëns hem in 1872 had geïntroduceerd in de vermaarde salon van mezzosopraan Pauline Viardot-García en hij droeg het op aan de violist en componist Paul Viardot, Paulines jongste zoon.
De sonate had tijdens de première veel meer succes dan Fauré ooit had durven dromen. Saint-Saëns zou het werk treffend samenvatten in zijn lovende recensie: ‘In deze sonate vind je alles om een fijnproever te verleiden: nieuwe vormen, uitstekende modulaties, ongebruikelijke toonkleuren en het gebruik van onverwachte ritmes.’ Volgens Beijer heeft de muziek van Fauré ook iets bedwelmends. ‘Mijn focus ligt meer op het repertoire van de Franse school van de periode ná Fauré, maar ik zie hem als de wegbereider van Debussy en Ravel, ik hou van zijn muziek.’
Beijer: Sonate
Het is niet de eerste keer dat Thomas Beijer iets voor viool heeft geschreven, maar het is wel zijn eerste sonate. ‘Net als Ravel, die aanvankelijk niet van plan was om zelf ooit een sonate te schrijven, associeer ik dit genre met ‘voorbije tijden’. Grappig genoeg heb ik toch besloten om mijn nieuwe compositie Sonate te noemen, maar dat betekent niet dat ik me aan de traditionele sonatevorm van de romantische componisten uit het verleden hou.
Mijn Sonate bestaat uit vier stukken die allemaal met beweging te maken hebben. Het eerste deel, Bokeh, refereert aan een begrip uit de fotografie, de onscherpe delen in een foto, bijvoorbeeld onscherpe lichtjes op een achtergrond. Dat probeer ik in muziek te vangen, bijvoorbeeld met flageoletten. Het tweede deel, Whirlpool, bestaat uit allemaal in zichzelf bijtende motieven die worden doorgegeven tussen de piano en de viool, het zijn allemaal kleine draaikolkjes. Het duistere derde deel, Tomb, is, zoals in veel sonates, een langzaam deel. Ik zocht naar een beeld waar juist géén beweging in zit: de graftombe. Ik eindig met Sparks, elektriciteitsvonkjes met swing; een knipoog naar Ravels vioolsonate, die óók met een perpetuum mobile eindigt.’
Ravel: Sonate
Toen de Franse componist Maurice Ravel uiteindelijk tóch besloot om een vioolsonate te schrijven, wist hij één ding zeker: hij wilde het helemaal anders doen dan al zijn voorgangers. En inderdaad is zijn compositie voor viool en piano zeer origineel. Met name het middendeel Blues, waarin de viool af en toe als een jazzgitaar klinkt, is volstrekt uniek. Het verraadt Ravels voorliefde voor jazz, een nieuw muziekgenre dat in Amerika opkwam en dat in de jaren 1920 ook al populair was in bepaalde kringen in Parijs. ‘Ravels sonate behoort tot mijn favoriete composities. Ik speel het best vaak en smelt graag samen met de vioolpartij in de zwoele blues en het huiveringwekkend virtuoze slotdeel.’
Luister en kijk naar hoe Thomas Beijer in februari 2021 Janáčeks vierdelige pianocyclus In de mist – ‘een van de meest treffende verklankingen van eenzaamheid’ – uitvoerde in een lege Grote Zaal:
Pianist Thomas Beijer laat, ook als beeldmaker, verteller en componist, dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten in Het Concertgebouw. Vandaag sluit hij de reeks af met een nieuwe compositie die hij voor Simone Lamsma heeft geschreven, aangevuld met drie favoriete vioolsonates waarvan hij er twee voor het eerst uitvoert.
Bij het samenstellen van de programma’s voor de Spotlight-concerten stond de Sonate van de Tsjechische componist Leoš Janáček bovenaan het verlanglijstje van Thomas Beijer. Deze sonate wilde hij graag samen met Simone Lamsma uitvoeren, de violiste die volgens hem ‘echt alles kan’ en voor wie hij speciaal voor dit concert ook een nieuwe compositie heeft geschreven. ‘We zijn geen vast duo, maar sinds een paar jaar spelen we af en toe samen en dat is altijd heel fijn. We kunnen het goed met elkaar vinden en we hebben een sterke muzikale klik. De vioolsonate van Fauré was een wens van Simone en we sluiten het concert af met Ravels vioolsonate, ook een van mijn lievelingsstukken.’ Vier sonates voor viool en piano, dat klinkt wellicht wat eentonig, maar het tegendeel is waar: Janáček, Fauré, Beijer en Ravel schetsen vier totaal verschillende, unieke klankwerelden.
Janáček: Sonate
Beijer heeft een bijzondere band met Janáček. De ontroerende liederen heeft hij al vaker uitgevoerd, bijvoorbeeld afgelopen 2 mei met mezzosopraan Barbara Kozelj in de Kleine Zaal, maar de vioolsonate speelt hij vanavond voor het eerst. ‘Het is zo’n bijzondere componist, omdat hij een volstrekt eigen idioom heeft ontwikkeld. Zijn Sonate voor viool en piano is een verbluffend stuk, het lijkt helemaal nergens anders op dan op Janáček.
‘Ik zie Fauré als de wegbereider van Debussy en Ravel’
Het wonderlijke openingsdeel is meteen al een binnenkomer van jewelste. Het begint met een soort schreeuw van de violist, die wordt beantwoord door de pianist. De betoverende Slavische melancholie is ook aanwezig, bijvoorbeeld in de Ballade, en verder zitten er ook gekke paradoxen in deze sonate, bijvoorbeeld in het laatste deel. Dat is een soort koraal voor piano en de viool speelt daar steeds een bijna krasserig motief doorheen. Je vraagt je echt af: wat gebeurt hier nou? En het heeft ook iets onheilspellends, alsof er iets niet klopt.’
Fauré: Sonate
Het is vanavond ook Beijers debuut in de Sonate nr. 1 in A groot van Gabriel Fauré. De Franse componist schreef dit werk enkele jaren nadat zijn voormalig pianoleraar Camille Saint-Saëns hem in 1872 had geïntroduceerd in de vermaarde salon van mezzosopraan Pauline Viardot-García en hij droeg het op aan de violist en componist Paul Viardot, Paulines jongste zoon.
De sonate had tijdens de première veel meer succes dan Fauré ooit had durven dromen. Saint-Saëns zou het werk treffend samenvatten in zijn lovende recensie: ‘In deze sonate vind je alles om een fijnproever te verleiden: nieuwe vormen, uitstekende modulaties, ongebruikelijke toonkleuren en het gebruik van onverwachte ritmes.’ Volgens Beijer heeft de muziek van Fauré ook iets bedwelmends. ‘Mijn focus ligt meer op het repertoire van de Franse school van de periode ná Fauré, maar ik zie hem als de wegbereider van Debussy en Ravel, ik hou van zijn muziek.’
Beijer: Sonate
Het is niet de eerste keer dat Thomas Beijer iets voor viool heeft geschreven, maar het is wel zijn eerste sonate. ‘Net als Ravel, die aanvankelijk niet van plan was om zelf ooit een sonate te schrijven, associeer ik dit genre met ‘voorbije tijden’. Grappig genoeg heb ik toch besloten om mijn nieuwe compositie Sonate te noemen, maar dat betekent niet dat ik me aan de traditionele sonatevorm van de romantische componisten uit het verleden hou.
Mijn Sonate bestaat uit vier stukken die allemaal met beweging te maken hebben. Het eerste deel, Bokeh, refereert aan een begrip uit de fotografie, de onscherpe delen in een foto, bijvoorbeeld onscherpe lichtjes op een achtergrond. Dat probeer ik in muziek te vangen, bijvoorbeeld met flageoletten. Het tweede deel, Whirlpool, bestaat uit allemaal in zichzelf bijtende motieven die worden doorgegeven tussen de piano en de viool, het zijn allemaal kleine draaikolkjes. Het duistere derde deel, Tomb, is, zoals in veel sonates, een langzaam deel. Ik zocht naar een beeld waar juist géén beweging in zit: de graftombe. Ik eindig met Sparks, elektriciteitsvonkjes met swing; een knipoog naar Ravels vioolsonate, die óók met een perpetuum mobile eindigt.’
Ravel: Sonate
Toen de Franse componist Maurice Ravel uiteindelijk tóch besloot om een vioolsonate te schrijven, wist hij één ding zeker: hij wilde het helemaal anders doen dan al zijn voorgangers. En inderdaad is zijn compositie voor viool en piano zeer origineel. Met name het middendeel Blues, waarin de viool af en toe als een jazzgitaar klinkt, is volstrekt uniek. Het verraadt Ravels voorliefde voor jazz, een nieuw muziekgenre dat in Amerika opkwam en dat in de jaren 1920 ook al populair was in bepaalde kringen in Parijs. ‘Ravels sonate behoort tot mijn favoriete composities. Ik speel het best vaak en smelt graag samen met de vioolpartij in de zwoele blues en het huiveringwekkend virtuoze slotdeel.’
Luister en kijk naar hoe Thomas Beijer in februari 2021 Janáčeks vierdelige pianocyclus In de mist – ‘een van de meest treffende verklankingen van eenzaamheid’ – uitvoerde in een lege Grote Zaal:
Persoonlijke Noot: Simone Lamsma en Thomas Beijer
Pianist Thomas Beijer laat, ook als beeldmaker, verteller en componist, dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten in Het Concertgebouw. Vandaag sluit hij de reeks af met een nieuwe compositie die hij voor Simone Lamsma heeft geschreven, aangevuld met drie favoriete vioolsonates waarvan hij er twee voor het eerst uitvoert.
Bij het samenstellen van de programma’s voor de Spotlight-concerten stond de Sonate van de Tsjechische componist Leoš Janáček bovenaan het verlanglijstje van Thomas Beijer. Deze sonate wilde hij graag samen met Simone Lamsma uitvoeren, de violiste die volgens hem ‘echt alles kan’ en voor wie hij speciaal voor dit concert ook een nieuwe compositie heeft geschreven. ‘We zijn geen vast duo, maar sinds een paar jaar spelen we af en toe samen en dat is altijd heel fijn. We kunnen het goed met elkaar vinden en we hebben een sterke muzikale klik. De vioolsonate van Fauré was een wens van Simone en we sluiten het concert af met Ravels vioolsonate, ook een van mijn lievelingsstukken.’ Vier sonates voor viool en piano, dat klinkt wellicht wat eentonig, maar het tegendeel is waar: Janáček, Fauré, Beijer en Ravel schetsen vier totaal verschillende, unieke klankwerelden.
Janáček: Sonate
Beijer heeft een bijzondere band met Janáček. De ontroerende liederen heeft hij al vaker uitgevoerd, bijvoorbeeld afgelopen 2 mei met mezzosopraan Barbara Kozelj in de Kleine Zaal, maar de vioolsonate speelt hij vanavond voor het eerst. ‘Het is zo’n bijzondere componist, omdat hij een volstrekt eigen idioom heeft ontwikkeld. Zijn Sonate voor viool en piano is een verbluffend stuk, het lijkt helemaal nergens anders op dan op Janáček.
‘Ik zie Fauré als de wegbereider van Debussy en Ravel’
Het wonderlijke openingsdeel is meteen al een binnenkomer van jewelste. Het begint met een soort schreeuw van de violist, die wordt beantwoord door de pianist. De betoverende Slavische melancholie is ook aanwezig, bijvoorbeeld in de Ballade, en verder zitten er ook gekke paradoxen in deze sonate, bijvoorbeeld in het laatste deel. Dat is een soort koraal voor piano en de viool speelt daar steeds een bijna krasserig motief doorheen. Je vraagt je echt af: wat gebeurt hier nou? En het heeft ook iets onheilspellends, alsof er iets niet klopt.’
Fauré: Sonate
Het is vanavond ook Beijers debuut in de Sonate nr. 1 in A groot van Gabriel Fauré. De Franse componist schreef dit werk enkele jaren nadat zijn voormalig pianoleraar Camille Saint-Saëns hem in 1872 had geïntroduceerd in de vermaarde salon van mezzosopraan Pauline Viardot-García en hij droeg het op aan de violist en componist Paul Viardot, Paulines jongste zoon.
De sonate had tijdens de première veel meer succes dan Fauré ooit had durven dromen. Saint-Saëns zou het werk treffend samenvatten in zijn lovende recensie: ‘In deze sonate vind je alles om een fijnproever te verleiden: nieuwe vormen, uitstekende modulaties, ongebruikelijke toonkleuren en het gebruik van onverwachte ritmes.’ Volgens Beijer heeft de muziek van Fauré ook iets bedwelmends. ‘Mijn focus ligt meer op het repertoire van de Franse school van de periode ná Fauré, maar ik zie hem als de wegbereider van Debussy en Ravel, ik hou van zijn muziek.’
Beijer: Sonate
Het is niet de eerste keer dat Thomas Beijer iets voor viool heeft geschreven, maar het is wel zijn eerste sonate. ‘Net als Ravel, die aanvankelijk niet van plan was om zelf ooit een sonate te schrijven, associeer ik dit genre met ‘voorbije tijden’. Grappig genoeg heb ik toch besloten om mijn nieuwe compositie Sonate te noemen, maar dat betekent niet dat ik me aan de traditionele sonatevorm van de romantische componisten uit het verleden hou.
Mijn Sonate bestaat uit vier stukken die allemaal met beweging te maken hebben. Het eerste deel, Bokeh, refereert aan een begrip uit de fotografie, de onscherpe delen in een foto, bijvoorbeeld onscherpe lichtjes op een achtergrond. Dat probeer ik in muziek te vangen, bijvoorbeeld met flageoletten. Het tweede deel, Whirlpool, bestaat uit allemaal in zichzelf bijtende motieven die worden doorgegeven tussen de piano en de viool, het zijn allemaal kleine draaikolkjes. Het duistere derde deel, Tomb, is, zoals in veel sonates, een langzaam deel. Ik zocht naar een beeld waar juist géén beweging in zit: de graftombe. Ik eindig met Sparks, elektriciteitsvonkjes met swing; een knipoog naar Ravels vioolsonate, die óók met een perpetuum mobile eindigt.’
Ravel: Sonate
Toen de Franse componist Maurice Ravel uiteindelijk tóch besloot om een vioolsonate te schrijven, wist hij één ding zeker: hij wilde het helemaal anders doen dan al zijn voorgangers. En inderdaad is zijn compositie voor viool en piano zeer origineel. Met name het middendeel Blues, waarin de viool af en toe als een jazzgitaar klinkt, is volstrekt uniek. Het verraadt Ravels voorliefde voor jazz, een nieuw muziekgenre dat in Amerika opkwam en dat in de jaren 1920 ook al populair was in bepaalde kringen in Parijs. ‘Ravels sonate behoort tot mijn favoriete composities. Ik speel het best vaak en smelt graag samen met de vioolpartij in de zwoele blues en het huiveringwekkend virtuoze slotdeel.’
Luister en kijk naar hoe Thomas Beijer in februari 2021 Janáčeks vierdelige pianocyclus In de mist – ‘een van de meest treffende verklankingen van eenzaamheid’ – uitvoerde in een lege Grote Zaal:
Pianist Thomas Beijer laat, ook als beeldmaker, verteller en componist, dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten in Het Concertgebouw. Vandaag sluit hij de reeks af met een nieuwe compositie die hij voor Simone Lamsma heeft geschreven, aangevuld met drie favoriete vioolsonates waarvan hij er twee voor het eerst uitvoert.
Bij het samenstellen van de programma’s voor de Spotlight-concerten stond de Sonate van de Tsjechische componist Leoš Janáček bovenaan het verlanglijstje van Thomas Beijer. Deze sonate wilde hij graag samen met Simone Lamsma uitvoeren, de violiste die volgens hem ‘echt alles kan’ en voor wie hij speciaal voor dit concert ook een nieuwe compositie heeft geschreven. ‘We zijn geen vast duo, maar sinds een paar jaar spelen we af en toe samen en dat is altijd heel fijn. We kunnen het goed met elkaar vinden en we hebben een sterke muzikale klik. De vioolsonate van Fauré was een wens van Simone en we sluiten het concert af met Ravels vioolsonate, ook een van mijn lievelingsstukken.’ Vier sonates voor viool en piano, dat klinkt wellicht wat eentonig, maar het tegendeel is waar: Janáček, Fauré, Beijer en Ravel schetsen vier totaal verschillende, unieke klankwerelden.
Janáček: Sonate
Beijer heeft een bijzondere band met Janáček. De ontroerende liederen heeft hij al vaker uitgevoerd, bijvoorbeeld afgelopen 2 mei met mezzosopraan Barbara Kozelj in de Kleine Zaal, maar de vioolsonate speelt hij vanavond voor het eerst. ‘Het is zo’n bijzondere componist, omdat hij een volstrekt eigen idioom heeft ontwikkeld. Zijn Sonate voor viool en piano is een verbluffend stuk, het lijkt helemaal nergens anders op dan op Janáček.
‘Ik zie Fauré als de wegbereider van Debussy en Ravel’
Het wonderlijke openingsdeel is meteen al een binnenkomer van jewelste. Het begint met een soort schreeuw van de violist, die wordt beantwoord door de pianist. De betoverende Slavische melancholie is ook aanwezig, bijvoorbeeld in de Ballade, en verder zitten er ook gekke paradoxen in deze sonate, bijvoorbeeld in het laatste deel. Dat is een soort koraal voor piano en de viool speelt daar steeds een bijna krasserig motief doorheen. Je vraagt je echt af: wat gebeurt hier nou? En het heeft ook iets onheilspellends, alsof er iets niet klopt.’
Fauré: Sonate
Het is vanavond ook Beijers debuut in de Sonate nr. 1 in A groot van Gabriel Fauré. De Franse componist schreef dit werk enkele jaren nadat zijn voormalig pianoleraar Camille Saint-Saëns hem in 1872 had geïntroduceerd in de vermaarde salon van mezzosopraan Pauline Viardot-García en hij droeg het op aan de violist en componist Paul Viardot, Paulines jongste zoon.
De sonate had tijdens de première veel meer succes dan Fauré ooit had durven dromen. Saint-Saëns zou het werk treffend samenvatten in zijn lovende recensie: ‘In deze sonate vind je alles om een fijnproever te verleiden: nieuwe vormen, uitstekende modulaties, ongebruikelijke toonkleuren en het gebruik van onverwachte ritmes.’ Volgens Beijer heeft de muziek van Fauré ook iets bedwelmends. ‘Mijn focus ligt meer op het repertoire van de Franse school van de periode ná Fauré, maar ik zie hem als de wegbereider van Debussy en Ravel, ik hou van zijn muziek.’
Beijer: Sonate
Het is niet de eerste keer dat Thomas Beijer iets voor viool heeft geschreven, maar het is wel zijn eerste sonate. ‘Net als Ravel, die aanvankelijk niet van plan was om zelf ooit een sonate te schrijven, associeer ik dit genre met ‘voorbije tijden’. Grappig genoeg heb ik toch besloten om mijn nieuwe compositie Sonate te noemen, maar dat betekent niet dat ik me aan de traditionele sonatevorm van de romantische componisten uit het verleden hou.
Mijn Sonate bestaat uit vier stukken die allemaal met beweging te maken hebben. Het eerste deel, Bokeh, refereert aan een begrip uit de fotografie, de onscherpe delen in een foto, bijvoorbeeld onscherpe lichtjes op een achtergrond. Dat probeer ik in muziek te vangen, bijvoorbeeld met flageoletten. Het tweede deel, Whirlpool, bestaat uit allemaal in zichzelf bijtende motieven die worden doorgegeven tussen de piano en de viool, het zijn allemaal kleine draaikolkjes. Het duistere derde deel, Tomb, is, zoals in veel sonates, een langzaam deel. Ik zocht naar een beeld waar juist géén beweging in zit: de graftombe. Ik eindig met Sparks, elektriciteitsvonkjes met swing; een knipoog naar Ravels vioolsonate, die óók met een perpetuum mobile eindigt.’
Ravel: Sonate
Toen de Franse componist Maurice Ravel uiteindelijk tóch besloot om een vioolsonate te schrijven, wist hij één ding zeker: hij wilde het helemaal anders doen dan al zijn voorgangers. En inderdaad is zijn compositie voor viool en piano zeer origineel. Met name het middendeel Blues, waarin de viool af en toe als een jazzgitaar klinkt, is volstrekt uniek. Het verraadt Ravels voorliefde voor jazz, een nieuw muziekgenre dat in Amerika opkwam en dat in de jaren 1920 ook al populair was in bepaalde kringen in Parijs. ‘Ravels sonate behoort tot mijn favoriete composities. Ik speel het best vaak en smelt graag samen met de vioolpartij in de zwoele blues en het huiveringwekkend virtuoze slotdeel.’
Luister en kijk naar hoe Thomas Beijer in februari 2021 Janáčeks vierdelige pianocyclus In de mist – ‘een van de meest treffende verklankingen van eenzaamheid’ – uitvoerde in een lege Grote Zaal:
Biografie
Simone Lamsma, viool
Simone Lamsma begon op haar vijfde met vioolspelen, kreeg vanaf haar negende les van Davina van Wely, studeerde vanaf haar elfde aan de Yehudi Menuhin School bij Hu Kun en debuteerde op haar veertiende bij het Noord Nederlands Orkest met het Eerste vioolconcert van Paganini.
Ze vervolgde haar opleiding bij Hu Kun en Maurice Hasson aan de Royal Academy of Music in Londen, en won in 2003 het Nederlands Vioolconcours ‘Oskar Back’.
Haar repertoire omvat inmiddels meer dan zestig vioolconcerten, waaronder ook opdrachtcomposities van Mattijs de Roo en Mathilde Wantenaar, die ze in première bracht met het Radio Filharmonisch Orkest. Simone Lamsma debuteerde bij de New York Philharmonic onder Jaap van Zweden, de Los Angeles Philharmonic onder Otto Tausk, het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia onder Antonio Pappano en Die Deutsche Kammerphilharmonie Bremen onder Paavo Järvi, en keerde terug bij het London Symphony en het London Philharmonic Orchestra, het Orchestre Philharmonique du Luxembourg, de Yomiuri Nippon Symphony en de orkesten van Houston, Washington en Cincinnati.
In het seizoen 2021/2022 was de violiste artist in residence bij het Residentie Orkest Den Haag en begon haar driejarige residency bij de Oregon Symphony. In seizoen 2022/2023 had ze ook een residency in PHIL Haarlem. Afgelopen juni verzorgde ze in de Kleine Zaal een recital met Thomas Beijer, die speciaal voor die gelegenheid een vioolsonate componeerde, en in de Grote Zaal was ze voor het laatst te beluisteren op 16 augustus in het Derde vioolconcert van Saint-Saëns met het Antwerp Symphony Orchestra onder leiding van Elim Chan. Simone Lamsma heeft de ‘Mlynarksi’-Stradivarius uit 1718 in bruikleen.
Thomas Beijer, piano
Thomas Beijer kreeg in februari 2022 de Nederlandse Muziekprijs en laat dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten in de Kleine Zaal. In december vorig jaar maakte hij bovendien zijn solorecitaldebuut in de Grote Zaal.
Thomas Beijer voltooide zijn pianostudie cum laude in 2011 bij Jan Wijn aan het Conservatorium van Amsterdam en volgde masterclasses bij onder anderen Jorge Luis Prats, Emanuel Ax, Menahem Pressler en Murray Perahia.
Compositielessen kreeg hij van Elmer Schönberger in Amsterdam en Malcolm Singer in Londen. Met het winnen van het YPF Nationaal Pianoconcours 2007 belandde Thomas Beijer in de top van een nieuwe generatie Nederlandse pianisten.
Sinds zijn tiende geeft hij recitals en hij werkte met dirigenten als Gustavo Gimeno, Neeme Järvi, Ed Spanjaard en Bas Wiegers. Spaanse muziek heeft zijn speciale aandacht: Albéniz, Granados en Falla staan vaak op zijn programma’s, in 2013 bracht hij de cd Canción y Danza uit en in 2017 de roman Geen jalapeños. De pianist maakt deel uit van de Amsterdam Chamber Soloists en is regelmatig te gast bij Camerata RCO. Sinds 2019 is hij bovendien artistiek directeur van de Young Pianist Foundation.
Onder de recente composities van Thomas Beijer zijn de ‘lockdown’-cyclus A Lock without a Key voor sopraan Laetitia Gerards en het Concerto in Technicolor voor jazzvioliste Julia Philippens. In Het Concertgebouw is Thomas Beijer sinds 2009 geregeld te beluisteren, voor het laatst op 31 maart met een Satie-programma inclusief animaties van eigen hand.