Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Het Concertgebouworkest speelt Mozarts ‘Gran partita’

Het Concertgebouworkest speelt Mozarts ‘Gran partita’

Concertstream
05 februari 2021
20.00 uur

Print dit programma

Musici van het Koninklijk Concertgebouworkest:

Ivan Podyomov hobo
Alexander Krimer hobo
Calogero Palermo klarinet
Arno Piters klarinet
Olivier Patey bassethoorn
Hein Wiedijk bassethoorn
Gustavo Núñez fagot
Helma van den Brink fagot
Katy Woolley hoorn
Jaap van der Vliet hoorn
José Luis Sogorb Jover hoorn
Paulien Weierink hoorn
Dominic Seldis contrabas

Dit programma wordt kosteloos gestreamd via concertgebouworkest.nl en de Facebook- en YouTube-kanalen van het orkest.

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791

Serenade nr. 10 in Bes gr.t., KV 361/370a (1781)
‘Gran partita’
voor 12 blaasinstrumenten en contrabas
Largo. Molto allegro
Menuetto
Adagio
Menuetto. Allegretto
Romance. Adagio
Tema con variazioni
Finale: Molto allegro

Concertstream 05 februari 2021 20.00 uur

Musici van het Koninklijk Concertgebouworkest:

Ivan Podyomov hobo
Alexander Krimer hobo
Calogero Palermo klarinet
Arno Piters klarinet
Olivier Patey bassethoorn
Hein Wiedijk bassethoorn
Gustavo Núñez fagot
Helma van den Brink fagot
Katy Woolley hoorn
Jaap van der Vliet hoorn
José Luis Sogorb Jover hoorn
Paulien Weierink hoorn
Dominic Seldis contrabas

Dit programma wordt kosteloos gestreamd via concertgebouworkest.nl en de Facebook- en YouTube-kanalen van het orkest.

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791

Serenade nr. 10 in Bes gr.t., KV 361/370a (1781)
‘Gran partita’
voor 12 blaasinstrumenten en contrabas
Largo. Molto allegro
Menuetto
Adagio
Menuetto. Allegretto
Romance. Adagio
Tema con variazioni
Finale: Molto allegro

Toelichting

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791

‘Gran partita’

door Frits de Haen

Alle instrumenten kennen hun pièce de résistance. Voor pianisten behoren Beethovens sonates tot dit genre, terwijl violisten en cellisten zich altijd zullen blijven bezighouden met Bachs ­solopartita’s respectievelijk solosuites. Als je voor blazersensemble een dergelijk stuk zou moeten aanwijzen, dan gaat die eer ongetwijfeld naar Wolfgang Amadeus Mozarts Gran partita, een werk dat door zijn dimensies en inhoud een levenslange uitdaging blijft. 

Het is geen eenvoudige ‘Harmoniemusik’, zoals de serenades en aubades met blaas­instrumenten die extra cachet gaven aan feestelijke gebeurtenissen. Vooral nadat keizer Joseph II in 1782 een blazersoctet had laten vormen, werd het een rage voor de adel om er een dergelijk ensemble op na te houden.

Daardoor ontstond een grote vraag naar werken voor blazers, meestal in de bezetting van twee hobo’s, twee klarinetten, twee hoorns en twee fagotten. Dat konden lichte werken zijn met uitwisselbare namen als ‘parthia’s’, ‘Feldmusiken’ of de hierboven genoemde ‘divertimento’s’ of ‘serenades’, maar ook operabewerkingen: Mozart laat in zijn Don Giovanni een blaas­ensemble opdraven dat zijn eigen Le nozze di Figaro citeert.

Het erop nahouden van een blazersensemble bleef ook ná Mozart populair. Mecenassen wier beurs een beetje te beperkt was om een volwaardig orkest op de been te houden, zochten graag hun toevlucht tot kleinere blazersensembles om hun maaltijden op te luisteren of om feestelijke bijeenkomsten iets extra’s te geven. Ook al omdat in Wenen veel voortreffelijke blazers rondliepen, met name uit Bohemen.

Alle instrumenten kennen hun pièce de résistance. Voor pianisten behoren Beethovens sonates tot dit genre, terwijl violisten en cellisten zich altijd zullen blijven bezighouden met Bachs ­solopartita’s respectievelijk solosuites. Als je voor blazersensemble een dergelijk stuk zou moeten aanwijzen, dan gaat die eer ongetwijfeld naar Wolfgang Amadeus Mozarts Gran partita, een werk dat door zijn dimensies en inhoud een levenslange uitdaging blijft. 

Het is geen eenvoudige ‘Harmoniemusik’, zoals de serenades en aubades met blaas­instrumenten die extra cachet gaven aan feestelijke gebeurtenissen. Vooral nadat keizer Joseph II in 1782 een blazersoctet had laten vormen, werd het een rage voor de adel om er een dergelijk ensemble op na te houden.

Daardoor ontstond een grote vraag naar werken voor blazers, meestal in de bezetting van twee hobo’s, twee klarinetten, twee hoorns en twee fagotten. Dat konden lichte werken zijn met uitwisselbare namen als ‘parthia’s’, ‘Feldmusiken’ of de hierboven genoemde ‘divertimento’s’ of ‘serenades’, maar ook operabewerkingen: Mozart laat in zijn Don Giovanni een blaas­ensemble opdraven dat zijn eigen Le nozze di Figaro citeert.

Het erop nahouden van een blazersensemble bleef ook ná Mozart populair. Mecenassen wier beurs een beetje te beperkt was om een volwaardig orkest op de been te houden, zochten graag hun toevlucht tot kleinere blazersensembles om hun maaltijden op te luisteren of om feestelijke bijeenkomsten iets extra’s te geven. Ook al omdat in Wenen veel voortreffelijke blazers rondliepen, met name uit Bohemen.

  • Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

    Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

  • Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

    Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

De bijnaam ‘Gran partita’ is waarschijnlijk niet authentiek. Het boven het manuscript geschreven ‘gran Partitta’ lijkt pas later te zijn toegevoegd door een onbekende. Daardoor is ze echter niet minder toepasselijk: het is een echte partita (of suite), zoals een opeenvolging van meerdere dansen in de Barok genoemd werd.

Bovendien is de Tiende serenade in Bes groot inderdaad qua inhoud en bezetting ‘grande’: niet minder dan twaalf blaasinstrumenten (plus een contrabas) schrijft de componist voor, zeer ongebruikelijk voor zulke divertimento’s. Aan het reguliere octet zijn twee extra hoorns, twee bassethoorns en een contrabas toegevoegd. Daardoor ontstaat een bezetting met een steviger ­fundament: met name de lagere registers zijn versterkt. Over de periode waarin de Gran partita gecomponeerd werd, is het laatste woord nog niet gezegd.

Aanvankelijk luidde de theorie dat het werk ontstond in München (1780 of 1781) of in Wenen (1781). Op gezag van Georg Nikolaus Nissen, de latere man van Mozarts weduwe Constanze, werd echter door velen aangenomen dat het werk geschreven was als ­tafelmuziek voor Mozarts huwelijk, op 4 augustus 1782, maar daaraan kan met recht getwijfeld worden. Anderen houden het er weer op dat de Gran partita van latere oorsprong is.

In ieder geval moet ze op zijn laatst in 1784 voltooid zijn: de eerste notitie ervan vinden we namelijk in het Wiener Blätchen van 23 maart 1784, wanneer het blad een ‘Musikalische Akademie’ aankondigt ‘waarbij naast andere goed uitgekozen stukken een grote blasende Musik van heel bijzondere soort gegeven wordt, gecomponeerd door de heer Mozart’. Klaarblijkelijk was het publiek bijzonder te spreken over het werk. De achttiende-eeuwer Johann Friedrich Schink schrijft in zijn memoires: ‘Ik hoorde vandaag blaasmuziek van de heer Mozart. [...] Achter elk instrument zat een maestro – het had een effect, heerlijk zo groot, voortreffelijk en majesteitelijk!’ 

Lees hier meer over Mozarts ‘Gran partita’.

De bijnaam ‘Gran partita’ is waarschijnlijk niet authentiek. Het boven het manuscript geschreven ‘gran Partitta’ lijkt pas later te zijn toegevoegd door een onbekende. Daardoor is ze echter niet minder toepasselijk: het is een echte partita (of suite), zoals een opeenvolging van meerdere dansen in de Barok genoemd werd.

Bovendien is de Tiende serenade in Bes groot inderdaad qua inhoud en bezetting ‘grande’: niet minder dan twaalf blaasinstrumenten (plus een contrabas) schrijft de componist voor, zeer ongebruikelijk voor zulke divertimento’s. Aan het reguliere octet zijn twee extra hoorns, twee bassethoorns en een contrabas toegevoegd. Daardoor ontstaat een bezetting met een steviger ­fundament: met name de lagere registers zijn versterkt. Over de periode waarin de Gran partita gecomponeerd werd, is het laatste woord nog niet gezegd.

Aanvankelijk luidde de theorie dat het werk ontstond in München (1780 of 1781) of in Wenen (1781). Op gezag van Georg Nikolaus Nissen, de latere man van Mozarts weduwe Constanze, werd echter door velen aangenomen dat het werk geschreven was als ­tafelmuziek voor Mozarts huwelijk, op 4 augustus 1782, maar daaraan kan met recht getwijfeld worden. Anderen houden het er weer op dat de Gran partita van latere oorsprong is.

In ieder geval moet ze op zijn laatst in 1784 voltooid zijn: de eerste notitie ervan vinden we namelijk in het Wiener Blätchen van 23 maart 1784, wanneer het blad een ‘Musikalische Akademie’ aankondigt ‘waarbij naast andere goed uitgekozen stukken een grote blasende Musik van heel bijzondere soort gegeven wordt, gecomponeerd door de heer Mozart’. Klaarblijkelijk was het publiek bijzonder te spreken over het werk. De achttiende-eeuwer Johann Friedrich Schink schrijft in zijn memoires: ‘Ik hoorde vandaag blaasmuziek van de heer Mozart. [...] Achter elk instrument zat een maestro – het had een effect, heerlijk zo groot, voortreffelijk en majesteitelijk!’ 

Lees hier meer over Mozarts ‘Gran partita’.

door Frits de Haen

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791

‘Gran partita’

door Frits de Haen

Alle instrumenten kennen hun pièce de résistance. Voor pianisten behoren Beethovens sonates tot dit genre, terwijl violisten en cellisten zich altijd zullen blijven bezighouden met Bachs ­solopartita’s respectievelijk solosuites. Als je voor blazersensemble een dergelijk stuk zou moeten aanwijzen, dan gaat die eer ongetwijfeld naar Wolfgang Amadeus Mozarts Gran partita, een werk dat door zijn dimensies en inhoud een levenslange uitdaging blijft. 

Het is geen eenvoudige ‘Harmoniemusik’, zoals de serenades en aubades met blaas­instrumenten die extra cachet gaven aan feestelijke gebeurtenissen. Vooral nadat keizer Joseph II in 1782 een blazersoctet had laten vormen, werd het een rage voor de adel om er een dergelijk ensemble op na te houden.

Daardoor ontstond een grote vraag naar werken voor blazers, meestal in de bezetting van twee hobo’s, twee klarinetten, twee hoorns en twee fagotten. Dat konden lichte werken zijn met uitwisselbare namen als ‘parthia’s’, ‘Feldmusiken’ of de hierboven genoemde ‘divertimento’s’ of ‘serenades’, maar ook operabewerkingen: Mozart laat in zijn Don Giovanni een blaas­ensemble opdraven dat zijn eigen Le nozze di Figaro citeert.

Het erop nahouden van een blazersensemble bleef ook ná Mozart populair. Mecenassen wier beurs een beetje te beperkt was om een volwaardig orkest op de been te houden, zochten graag hun toevlucht tot kleinere blazersensembles om hun maaltijden op te luisteren of om feestelijke bijeenkomsten iets extra’s te geven. Ook al omdat in Wenen veel voortreffelijke blazers rondliepen, met name uit Bohemen.

Alle instrumenten kennen hun pièce de résistance. Voor pianisten behoren Beethovens sonates tot dit genre, terwijl violisten en cellisten zich altijd zullen blijven bezighouden met Bachs ­solopartita’s respectievelijk solosuites. Als je voor blazersensemble een dergelijk stuk zou moeten aanwijzen, dan gaat die eer ongetwijfeld naar Wolfgang Amadeus Mozarts Gran partita, een werk dat door zijn dimensies en inhoud een levenslange uitdaging blijft. 

Het is geen eenvoudige ‘Harmoniemusik’, zoals de serenades en aubades met blaas­instrumenten die extra cachet gaven aan feestelijke gebeurtenissen. Vooral nadat keizer Joseph II in 1782 een blazersoctet had laten vormen, werd het een rage voor de adel om er een dergelijk ensemble op na te houden.

Daardoor ontstond een grote vraag naar werken voor blazers, meestal in de bezetting van twee hobo’s, twee klarinetten, twee hoorns en twee fagotten. Dat konden lichte werken zijn met uitwisselbare namen als ‘parthia’s’, ‘Feldmusiken’ of de hierboven genoemde ‘divertimento’s’ of ‘serenades’, maar ook operabewerkingen: Mozart laat in zijn Don Giovanni een blaas­ensemble opdraven dat zijn eigen Le nozze di Figaro citeert.

Het erop nahouden van een blazersensemble bleef ook ná Mozart populair. Mecenassen wier beurs een beetje te beperkt was om een volwaardig orkest op de been te houden, zochten graag hun toevlucht tot kleinere blazersensembles om hun maaltijden op te luisteren of om feestelijke bijeenkomsten iets extra’s te geven. Ook al omdat in Wenen veel voortreffelijke blazers rondliepen, met name uit Bohemen.

  • Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

    Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

  • Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

    Wolfgang Amadeus Mozart

    Ca. 1777

De bijnaam ‘Gran partita’ is waarschijnlijk niet authentiek. Het boven het manuscript geschreven ‘gran Partitta’ lijkt pas later te zijn toegevoegd door een onbekende. Daardoor is ze echter niet minder toepasselijk: het is een echte partita (of suite), zoals een opeenvolging van meerdere dansen in de Barok genoemd werd.

Bovendien is de Tiende serenade in Bes groot inderdaad qua inhoud en bezetting ‘grande’: niet minder dan twaalf blaasinstrumenten (plus een contrabas) schrijft de componist voor, zeer ongebruikelijk voor zulke divertimento’s. Aan het reguliere octet zijn twee extra hoorns, twee bassethoorns en een contrabas toegevoegd. Daardoor ontstaat een bezetting met een steviger ­fundament: met name de lagere registers zijn versterkt. Over de periode waarin de Gran partita gecomponeerd werd, is het laatste woord nog niet gezegd.

Aanvankelijk luidde de theorie dat het werk ontstond in München (1780 of 1781) of in Wenen (1781). Op gezag van Georg Nikolaus Nissen, de latere man van Mozarts weduwe Constanze, werd echter door velen aangenomen dat het werk geschreven was als ­tafelmuziek voor Mozarts huwelijk, op 4 augustus 1782, maar daaraan kan met recht getwijfeld worden. Anderen houden het er weer op dat de Gran partita van latere oorsprong is.

In ieder geval moet ze op zijn laatst in 1784 voltooid zijn: de eerste notitie ervan vinden we namelijk in het Wiener Blätchen van 23 maart 1784, wanneer het blad een ‘Musikalische Akademie’ aankondigt ‘waarbij naast andere goed uitgekozen stukken een grote blasende Musik van heel bijzondere soort gegeven wordt, gecomponeerd door de heer Mozart’. Klaarblijkelijk was het publiek bijzonder te spreken over het werk. De achttiende-eeuwer Johann Friedrich Schink schrijft in zijn memoires: ‘Ik hoorde vandaag blaasmuziek van de heer Mozart. [...] Achter elk instrument zat een maestro – het had een effect, heerlijk zo groot, voortreffelijk en majesteitelijk!’ 

Lees hier meer over Mozarts ‘Gran partita’.

De bijnaam ‘Gran partita’ is waarschijnlijk niet authentiek. Het boven het manuscript geschreven ‘gran Partitta’ lijkt pas later te zijn toegevoegd door een onbekende. Daardoor is ze echter niet minder toepasselijk: het is een echte partita (of suite), zoals een opeenvolging van meerdere dansen in de Barok genoemd werd.

Bovendien is de Tiende serenade in Bes groot inderdaad qua inhoud en bezetting ‘grande’: niet minder dan twaalf blaasinstrumenten (plus een contrabas) schrijft de componist voor, zeer ongebruikelijk voor zulke divertimento’s. Aan het reguliere octet zijn twee extra hoorns, twee bassethoorns en een contrabas toegevoegd. Daardoor ontstaat een bezetting met een steviger ­fundament: met name de lagere registers zijn versterkt. Over de periode waarin de Gran partita gecomponeerd werd, is het laatste woord nog niet gezegd.

Aanvankelijk luidde de theorie dat het werk ontstond in München (1780 of 1781) of in Wenen (1781). Op gezag van Georg Nikolaus Nissen, de latere man van Mozarts weduwe Constanze, werd echter door velen aangenomen dat het werk geschreven was als ­tafelmuziek voor Mozarts huwelijk, op 4 augustus 1782, maar daaraan kan met recht getwijfeld worden. Anderen houden het er weer op dat de Gran partita van latere oorsprong is.

In ieder geval moet ze op zijn laatst in 1784 voltooid zijn: de eerste notitie ervan vinden we namelijk in het Wiener Blätchen van 23 maart 1784, wanneer het blad een ‘Musikalische Akademie’ aankondigt ‘waarbij naast andere goed uitgekozen stukken een grote blasende Musik van heel bijzondere soort gegeven wordt, gecomponeerd door de heer Mozart’. Klaarblijkelijk was het publiek bijzonder te spreken over het werk. De achttiende-eeuwer Johann Friedrich Schink schrijft in zijn memoires: ‘Ik hoorde vandaag blaasmuziek van de heer Mozart. [...] Achter elk instrument zat een maestro – het had een effect, heerlijk zo groot, voortreffelijk en majesteitelijk!’ 

Lees hier meer over Mozarts ‘Gran partita’.

door Frits de Haen