Sopraan Claron McFadden: ‘Bruggenbouwers interesseren me het meest’
door Carine Alders 15 mrt. 2025 15 maart 2025
Tweeënveertig jaar geleden kwam Claron McFadden uit Rochester, New York naar Nederland, waar ze sindsdien bouwde aan een indrukwekkende carrière. Ze werd geridderd en ontving onder meer de Amsterdamprijs voor de Kunst. Alle reden om de sopraan een podium te bieden met een eigen Spotlight-serie in de Kleine Zaal.
‘Artistieke diversiteit, dat is de enige manier waarop ik het woord ‘diversiteit’ gebruik. Dat je het weet.’ Meteen aan het begin van het interview maakt McFadden duidelijk hoe ze naar ‘diversiteitsbeleid’ kijkt. Met politiek correct beleid afvinken ben je bij haar aan het verkeerde adres, maar als het gaat over verbindingen leggen tussen muziekstijlen en -culturen vertelt ze met passie over de programma’s waarmee ze dit seizoen in Het Concertgebouw als spotlightartiest voor het voetlicht treedt.
Swanee River en Bach
Al in haar prille jeugd maakte ze kennis met een breed scala aan muziekstijlen, ze herinnert het zich als de dag van gisteren. ‘Op de basisschool hadden we twee of drie keer in de week muziekles. De juf was een keurige dame met lipstick en gelakte nagels en ze zong met zo’n exotische stem van huuhuuu – een beetje zoals ik nu. Dat kende ik helemaal niet. We zongen allerlei liedjes, van Woody Guthrie tot The Beatles. Toen ze ontdekte dat ik kon zingen mocht ik lid worden van het kinderkoor van de Eastman School of Music in Rochester. Twee keer per jaar hadden we een concert, maar er waren ook demonstraties waar docenten konden zien hoe je met een kind naar de hoge c kan toewerken. Ik mocht Stephen Fosters Swanee River zingen, we gingen steeds een halve toon hoger. Toen we bij de hoge c kwamen vond ik het jammer dat we stopten, ik was helemaal in extase. En bij het eerste concert zongen we Jesu, Joy of Man’s Desiring van Bach. Ik vond die mathematische schoonheid supermooi; ik werd getransporteerd naar een andere plek. Dat heeft eigenlijk mijn hele leven veranderd.’
Weg met de tweedeling
McFadden blijft graag weg van de tweedeling tussen ‘klassieke muziek’ en de rest. Steeds als ze ‘klassieke muziek’ zegt, gaan de woorden vergezeld van het gebaar van aanhalingstekens of de woorden quote-unquote. ‘Alles is klassieke muziek. Wat wij klassieke muziek noemen heeft zijn wortels in alle hoeken van de wereld. Neem Manuel de Falla. In zijn ‘klassieke’ muziek hoor je muziek van de Roma, maar ook Marokkaanse muziek, langs de zijderoute kun je de muziek helemaal terug volgen. Mijn droom is om alle kinderen uit niet-westerse culturen te laten horen hoe muziek voortkomt uit hun eigen traditie. Als je dat vaak genoeg doet, dan prikkel je kinderen om traditie te verbinden met iets nieuws. Voor mij was Bach een brug, maar ook Steve Reich is zo’n brug. Het ritme in zijn minimal music raakt aan popmuziek, zelfs aan techno. Bij zijn muziek zit de zaal vol met jonge én oude mensen.’
‘Geschiedenis is geen exacte wetenschap; wat je vertelt en weglaat is een keuze’
In het recital American-French Connection duikt McFadden deze maand met fortepianist Claire Chevallier in de kru­isbestuiving die plaatsvond in Parijs in de eerste helft van de twintigste eeuw. ‘Er kwamen zoveel intellectuelen, kunstenaars en musici vanuit de Harlem Renaissance [de culturele bloei in de Afro-Amerikaanse gemeenschap in New York aan het begin van de twintigste eeuw, red.] naar Europa dat Montmartre wel het Harlem van Parijs werd genoemd. Ada ‘Bricktop’ Smith had er een nachtclub, waar bijvoorbeeld Cole Porter en de dichter Langston Hughes regelmatig kwamen. Veel jazzmuzikanten waren enorm geboeid en gefascineerd door Stravinsky, Debussy, Ravel – en andersom. Dat hoor je terug in de muziek uit die tijd, ze hebben hun eigen vorm ontwikkeld. Soms luister ik naar Duke Ellington en vraag ik me bij een akkoord af of ik nu Ellington hoor of Debussy. Daar gaat het om. Het zijn geen verschillende werelden, het vloeit in elkaar over. Dat is ook de filosofie achter mijn programma’s voor Het Concertgebouw, om te laten zien dat alles niet zwart-wit is.’
Kruinen
Zestig jaar na Bricktop volgde McFadden dezelfde weg van Amerika naar Europa. ‘En dan vraag ik me af waarom ik nooit eerder over veel van deze Amerikanen in Parijs heb gehoord! Over saxofonist Sidney Bechet, of beeldend kunstenaar Lois Mailou Jones, of wielrenner Major Taylor, de eerste zwarte wereldkampioen. Of James Reese Europe, een vooraanstaand bandleider en componist. Ik moest mezelf vragen stellen over deze geschiedenis. Geschiedenis is geen exacte wetenschap; wat je vertelt en weglaat is een keuze.’
In American-French Connection brengen McFadden en Chevallier die uitwisseling van gedachten in de smeltkroes Parijs tot leven met hun woorden en muziek. ‘Claire speelt op een Erard uit 1920, een waanzinnig mooi instrument met de klank van die tijd. We maken een showcase rond één persoon uit die geschiedenis, maar het precieze programma laat ik graag nog wat open. Vaak willen mensen alles precies van tevoren weten en meelezen. Tijdens een recital zie ik dan alleen maar kruinen in de zaal, iedereen zit met het hoofd over de tekst gebogen. Ik wil graag dat mensen met open hart, hoofd en oren naar het concert komen.’
‘Artistieke diversiteit, dat is de enige manier waarop ik het woord ‘diversiteit’ gebruik. Dat je het weet.’ Meteen aan het begin van het interview maakt McFadden duidelijk hoe ze naar ‘diversiteitsbeleid’ kijkt. Met politiek correct beleid afvinken ben je bij haar aan het verkeerde adres, maar als het gaat over verbindingen leggen tussen muziekstijlen en -culturen vertelt ze met passie over de programma’s waarmee ze dit seizoen in Het Concertgebouw als spotlightartiest voor het voetlicht treedt.
Swanee River en Bach
Al in haar prille jeugd maakte ze kennis met een breed scala aan muziekstijlen, ze herinnert het zich als de dag van gisteren. ‘Op de basisschool hadden we twee of drie keer in de week muziekles. De juf was een keurige dame met lipstick en gelakte nagels en ze zong met zo’n exotische stem van huuhuuu – een beetje zoals ik nu. Dat kende ik helemaal niet. We zongen allerlei liedjes, van Woody Guthrie tot The Beatles. Toen ze ontdekte dat ik kon zingen mocht ik lid worden van het kinderkoor van de Eastman School of Music in Rochester. Twee keer per jaar hadden we een concert, maar er waren ook demonstraties waar docenten konden zien hoe je met een kind naar de hoge c kan toewerken. Ik mocht Stephen Fosters Swanee River zingen, we gingen steeds een halve toon hoger. Toen we bij de hoge c kwamen vond ik het jammer dat we stopten, ik was helemaal in extase. En bij het eerste concert zongen we Jesu, Joy of Man’s Desiring van Bach. Ik vond die mathematische schoonheid supermooi; ik werd getransporteerd naar een andere plek. Dat heeft eigenlijk mijn hele leven veranderd.’
Weg met de tweedeling
McFadden blijft graag weg van de tweedeling tussen ‘klassieke muziek’ en de rest. Steeds als ze ‘klassieke muziek’ zegt, gaan de woorden vergezeld van het gebaar van aanhalingstekens of de woorden quote-unquote. ‘Alles is klassieke muziek. Wat wij klassieke muziek noemen heeft zijn wortels in alle hoeken van de wereld. Neem Manuel de Falla. In zijn ‘klassieke’ muziek hoor je muziek van de Roma, maar ook Marokkaanse muziek, langs de zijderoute kun je de muziek helemaal terug volgen. Mijn droom is om alle kinderen uit niet-westerse culturen te laten horen hoe muziek voortkomt uit hun eigen traditie. Als je dat vaak genoeg doet, dan prikkel je kinderen om traditie te verbinden met iets nieuws. Voor mij was Bach een brug, maar ook Steve Reich is zo’n brug. Het ritme in zijn minimal music raakt aan popmuziek, zelfs aan techno. Bij zijn muziek zit de zaal vol met jonge én oude mensen.’
‘Geschiedenis is geen exacte wetenschap; wat je vertelt en weglaat is een keuze’
In het recital American-French Connection duikt McFadden deze maand met fortepianist Claire Chevallier in de kru­isbestuiving die plaatsvond in Parijs in de eerste helft van de twintigste eeuw. ‘Er kwamen zoveel intellectuelen, kunstenaars en musici vanuit de Harlem Renaissance [de culturele bloei in de Afro-Amerikaanse gemeenschap in New York aan het begin van de twintigste eeuw, red.] naar Europa dat Montmartre wel het Harlem van Parijs werd genoemd. Ada ‘Bricktop’ Smith had er een nachtclub, waar bijvoorbeeld Cole Porter en de dichter Langston Hughes regelmatig kwamen. Veel jazzmuzikanten waren enorm geboeid en gefascineerd door Stravinsky, Debussy, Ravel – en andersom. Dat hoor je terug in de muziek uit die tijd, ze hebben hun eigen vorm ontwikkeld. Soms luister ik naar Duke Ellington en vraag ik me bij een akkoord af of ik nu Ellington hoor of Debussy. Daar gaat het om. Het zijn geen verschillende werelden, het vloeit in elkaar over. Dat is ook de filosofie achter mijn programma’s voor Het Concertgebouw, om te laten zien dat alles niet zwart-wit is.’
Kruinen
Zestig jaar na Bricktop volgde McFadden dezelfde weg van Amerika naar Europa. ‘En dan vraag ik me af waarom ik nooit eerder over veel van deze Amerikanen in Parijs heb gehoord! Over saxofonist Sidney Bechet, of beeldend kunstenaar Lois Mailou Jones, of wielrenner Major Taylor, de eerste zwarte wereldkampioen. Of James Reese Europe, een vooraanstaand bandleider en componist. Ik moest mezelf vragen stellen over deze geschiedenis. Geschiedenis is geen exacte wetenschap; wat je vertelt en weglaat is een keuze.’
In American-French Connection brengen McFadden en Chevallier die uitwisseling van gedachten in de smeltkroes Parijs tot leven met hun woorden en muziek. ‘Claire speelt op een Erard uit 1920, een waanzinnig mooi instrument met de klank van die tijd. We maken een showcase rond één persoon uit die geschiedenis, maar het precieze programma laat ik graag nog wat open. Vaak willen mensen alles precies van tevoren weten en meelezen. Tijdens een recital zie ik dan alleen maar kruinen in de zaal, iedereen zit met het hoofd over de tekst gebogen. Ik wil graag dat mensen met open hart, hoofd en oren naar het concert komen.’
‘Wat wel al vaststaat, is dat ik ook Ruined Gal van Theo Loevendie ga zingen. De tekst is van Langston Hughes. Ook Theo is een bruggenbouwer, net als Bach. Bruggenbouwers interesseren me het meest. Ik probeer zelf de ander in het midden van de brug te ontmoeten, maar ga graag wat verder naar de andere kant om iemand te helpen om iets meer naar het midden te komen.’
Nina Simone
De voorstelling NINA, die op 12 en 13 juni in de Kleine Zaal staat, gaat nog een stap verder in het verbinden van twee werelden. ‘Het was voor mij het meest uitdagend om te zien hoe een theatraal concert zou werken in Het Concertgebouw. Het wordt geen biopic, maar meer een samenvloeien van de energie van Nina Simone (Amerikaanse singer-songwriter, pianist en activist 1933-2003, red.) en mijn energie, een soort osmose.’ Regisseur Luigi de Angelis werkt al twintig jaar met een techniek die hij ‘heterodirection’ noemt. Om deze techniek onder de knie te krijgen werkte McFadden samen met acteur Andrea Argentieri. Voor zijn rol als Primo Levi in een stuk van De Angelis won Argentieri de Premio Ubu, de belangrijkste Italiaanse theaterprijs. De Angelis zelf won de Premio Ubu zelfs meer dan eens. ‘Het is een manier om het gedeelte van je brein waarmee je herinneringen oproept op de achtergrond te plaatsen. In een soort meditatieve toestand laat je dingen door je heen vloeien. Ik ben het kanaal, maar Nina Simones energie, haar woorden, haar manier van spreken gaan door mij. Mensen zien en horen mij – natuurlijk – maar ook Nina door mij heen. Het publiek hoort ook een soundscape, ontworpen door Damiano Meacci en ontwikkeld in IRCAM, het Parijse onderzoekscentrum voor nieuwe technologie en muziek. Ik sta op het toneel, maar door mij ontmoet het publiek Nina Simone, die over haar muziek en haar mensen vertelt. Ze is aanwezig, maar niet fysiek. Toen bij de eerste coaching Andrea tranen in zijn ogen kreeg wist ik dat het gelukt was.’
‘Er zijn genoeg zwarte jongens en meisjes die eenzelfde Bachgevoeligheid ervaren als ik’
Soms resoneren de woorden van Nina Simone met McFaddens eigen ervaringen. ‘In een interview zegt Simone dat haar muziek mensen trots laat zijn op hun afkomst. Ze zegt: ‘Wij hebben niet de trots en waardigheid van Afrikanen, wij kunnen niet praten over waar we vandaan komen, we weten het niet, we zijn een verloren volk.’ Nou, dat gaat dus ook over mij.’ Toen McFadden ruim veertig jaar geleden naar Nederland kwam, besloot ze te blijven omdat ze hier niet die ‘zwarte’ persoon was. Dat is sinds #BlackLivesMatter veranderd. ‘Wat moet ik nu doen? Ik denk dat verandering alleen werkt als we investeren in de nieuwe generatie. Dit is een cruciaal moment. Door het respect dat ik heb opgebouwd in Nederland luisteren mensen naar mij – denk ik. Hoe kunnen we tegenwicht geven aan het zwart-wit-denken, letterlijk en figuurlijk? Diversiteit is zo breed, zoveel meer dan kleur alleen.’
Geen paniek
Nog even terug naar Het Concertgebouw. Claron McFadden heeft er duizenden voetstappen liggen. ‘Ik herinner me – meer dan twintig jaar geleden – een kerstconcert met het Jazz Orchestra of the Concertgebouw en Fay Claassen in de Grote Zaal, Concertgebouwer wordt het niet. Die middag tijdens de repetitie kwam er iemand van Het Concertgebouw naar mij toe. De solist van het concert met La Stagione Frankfurt de volgende ochtend zat vast in een sneeuwstorm, of ik haar concert kon overnemen? Ik dacht niet dat dat ging lukken, want de volgende dag zou ik naar Amerika vliegen om kerst te vieren met mijn familie. Maar toevallig kreeg ik bericht dat mijn vlucht drie uur later zou gaan. Dus daar zat ik tussen de kerstliedjes door nieuw repertoire van Vivaldi te studeren. Dat weekend kwamen twee uitersten van Het Concertgebouw bij elkaar, van jazzy kerstliedjes tot barokmuziek.’
Een andere herinnering brengt haar naar de trap van de artiesteningang naar de Kleine Zaal. ‘Mijn stem heeft een heel eigen persoonlijkheid. Meestal ga ik met haar naar bed en sta ik ook weer met haar op. Op een keer was er een feestje na een concert, er werd veel gepraat en gedanst. De volgende ochtend had ik een concert om elf uur, maar om negen uur was mijn stem er niet. Okay, don’t panic. Partituren doornemen, laatste aantekeningen maken, tien uur, geen stem. Om kwart over tien hoor ik mezelf zeggen: ‘So Miss McFadden, what you did last night was not that clever huh? Hoe laat is het concert? Elf uur? Om kwart voor elf ben ik er. Maar nu moet je tien minuten die trap op en neer rennen.’ Dus ik heen en weer op die trap tot tien over half elf en ja hoor, daar was ze weer. ‘Heb je nu je les geleerd?’ vroeg ze. Dus als ik binnenkom ren ik altijd die trap op. Lesje geleerd.’
Claron McFadden
Op 17 november 2022 organiseerde Het Concertgebouw het symposium Van exclusief naar inclusief – Diversiteit en inclusiviteit in de klassiekemuzieksector. In aanloop naar die dag verscheen onder dezelfde titel een bundel gesprekken opgetekend door journalist Stephan Sanders. Claron McFadden was een van de geïnterviewden. Drie passages uit het interview van toen (hier terug te lezen):
‘Kip of ei? Westerse klassieke muziek is vooral een zaak van en voor witte mensen, en als vanzelf gaan zwarte en bruine mensen daarin geloven: ‘Da’s niks voor ons. Dat is muziek voor long haired people.’ […] Ik ben hier naartoe gekomen omdat ik allereerst als mens behandeld wilde worden, en niet als iemand met die-en-die huidskleur.’
’Het probleem is dat er in al die veertig jaren nauwelijks geïnvesteerd is in het laten horen van klassieke muziek aan groepen die er niet vanzelfsprekend mee in aanraking komen. Er zijn uiteraard genoeg zwarte jongens en meisjes, ook in Amsterdam, die eenzelfde Bachgevoeligheid aan de dag leggen als ik onmiddellijk ervoer.’
‘Wat zou het toch heerlijk zijn als over twintig, dertig jaar begrippen als diversiteit en inclusiviteit ontdaan zouden zijn van hun negatieve lading omdat het vanzelfsprekendheden zijn geworden. Niet iets waar je over praat, maar iets dat je doet, dat je in de praktijk brengt.’
‘Wat wel al vaststaat, is dat ik ook Ruined Gal van Theo Loevendie ga zingen. De tekst is van Langston Hughes. Ook Theo is een bruggenbouwer, net als Bach. Bruggenbouwers interesseren me het meest. Ik probeer zelf de ander in het midden van de brug te ontmoeten, maar ga graag wat verder naar de andere kant om iemand te helpen om iets meer naar het midden te komen.’
Nina Simone
De voorstelling NINA, die op 12 en 13 juni in de Kleine Zaal staat, gaat nog een stap verder in het verbinden van twee werelden. ‘Het was voor mij het meest uitdagend om te zien hoe een theatraal concert zou werken in Het Concertgebouw. Het wordt geen biopic, maar meer een samenvloeien van de energie van Nina Simone (Amerikaanse singer-songwriter, pianist en activist 1933-2003, red.) en mijn energie, een soort osmose.’ Regisseur Luigi de Angelis werkt al twintig jaar met een techniek die hij ‘heterodirection’ noemt. Om deze techniek onder de knie te krijgen werkte McFadden samen met acteur Andrea Argentieri. Voor zijn rol als Primo Levi in een stuk van De Angelis won Argentieri de Premio Ubu, de belangrijkste Italiaanse theaterprijs. De Angelis zelf won de Premio Ubu zelfs meer dan eens. ‘Het is een manier om het gedeelte van je brein waarmee je herinneringen oproept op de achtergrond te plaatsen. In een soort meditatieve toestand laat je dingen door je heen vloeien. Ik ben het kanaal, maar Nina Simones energie, haar woorden, haar manier van spreken gaan door mij. Mensen zien en horen mij – natuurlijk – maar ook Nina door mij heen. Het publiek hoort ook een soundscape, ontworpen door Damiano Meacci en ontwikkeld in IRCAM, het Parijse onderzoekscentrum voor nieuwe technologie en muziek. Ik sta op het toneel, maar door mij ontmoet het publiek Nina Simone, die over haar muziek en haar mensen vertelt. Ze is aanwezig, maar niet fysiek. Toen bij de eerste coaching Andrea tranen in zijn ogen kreeg wist ik dat het gelukt was.’
‘Er zijn genoeg zwarte jongens en meisjes die eenzelfde Bachgevoeligheid ervaren als ik’
Soms resoneren de woorden van Nina Simone met McFaddens eigen ervaringen. ‘In een interview zegt Simone dat haar muziek mensen trots laat zijn op hun afkomst. Ze zegt: ‘Wij hebben niet de trots en waardigheid van Afrikanen, wij kunnen niet praten over waar we vandaan komen, we weten het niet, we zijn een verloren volk.’ Nou, dat gaat dus ook over mij.’ Toen McFadden ruim veertig jaar geleden naar Nederland kwam, besloot ze te blijven omdat ze hier niet die ‘zwarte’ persoon was. Dat is sinds #BlackLivesMatter veranderd. ‘Wat moet ik nu doen? Ik denk dat verandering alleen werkt als we investeren in de nieuwe generatie. Dit is een cruciaal moment. Door het respect dat ik heb opgebouwd in Nederland luisteren mensen naar mij – denk ik. Hoe kunnen we tegenwicht geven aan het zwart-wit-denken, letterlijk en figuurlijk? Diversiteit is zo breed, zoveel meer dan kleur alleen.’
Geen paniek
Nog even terug naar Het Concertgebouw. Claron McFadden heeft er duizenden voetstappen liggen. ‘Ik herinner me – meer dan twintig jaar geleden – een kerstconcert met het Jazz Orchestra of the Concertgebouw en Fay Claassen in de Grote Zaal, Concertgebouwer wordt het niet. Die middag tijdens de repetitie kwam er iemand van Het Concertgebouw naar mij toe. De solist van het concert met La Stagione Frankfurt de volgende ochtend zat vast in een sneeuwstorm, of ik haar concert kon overnemen? Ik dacht niet dat dat ging lukken, want de volgende dag zou ik naar Amerika vliegen om kerst te vieren met mijn familie. Maar toevallig kreeg ik bericht dat mijn vlucht drie uur later zou gaan. Dus daar zat ik tussen de kerstliedjes door nieuw repertoire van Vivaldi te studeren. Dat weekend kwamen twee uitersten van Het Concertgebouw bij elkaar, van jazzy kerstliedjes tot barokmuziek.’
Een andere herinnering brengt haar naar de trap van de artiesteningang naar de Kleine Zaal. ‘Mijn stem heeft een heel eigen persoonlijkheid. Meestal ga ik met haar naar bed en sta ik ook weer met haar op. Op een keer was er een feestje na een concert, er werd veel gepraat en gedanst. De volgende ochtend had ik een concert om elf uur, maar om negen uur was mijn stem er niet. Okay, don’t panic. Partituren doornemen, laatste aantekeningen maken, tien uur, geen stem. Om kwart over tien hoor ik mezelf zeggen: ‘So Miss McFadden, what you did last night was not that clever huh? Hoe laat is het concert? Elf uur? Om kwart voor elf ben ik er. Maar nu moet je tien minuten die trap op en neer rennen.’ Dus ik heen en weer op die trap tot tien over half elf en ja hoor, daar was ze weer. ‘Heb je nu je les geleerd?’ vroeg ze. Dus als ik binnenkom ren ik altijd die trap op. Lesje geleerd.’
Claron McFadden
Op 17 november 2022 organiseerde Het Concertgebouw het symposium Van exclusief naar inclusief – Diversiteit en inclusiviteit in de klassiekemuzieksector. In aanloop naar die dag verscheen onder dezelfde titel een bundel gesprekken opgetekend door journalist Stephan Sanders. Claron McFadden was een van de geïnterviewden. Drie passages uit het interview van toen (hier terug te lezen):
‘Kip of ei? Westerse klassieke muziek is vooral een zaak van en voor witte mensen, en als vanzelf gaan zwarte en bruine mensen daarin geloven: ‘Da’s niks voor ons. Dat is muziek voor long haired people.’ […] Ik ben hier naartoe gekomen omdat ik allereerst als mens behandeld wilde worden, en niet als iemand met die-en-die huidskleur.’
’Het probleem is dat er in al die veertig jaren nauwelijks geïnvesteerd is in het laten horen van klassieke muziek aan groepen die er niet vanzelfsprekend mee in aanraking komen. Er zijn uiteraard genoeg zwarte jongens en meisjes, ook in Amsterdam, die eenzelfde Bachgevoeligheid aan de dag leggen als ik onmiddellijk ervoer.’
‘Wat zou het toch heerlijk zijn als over twintig, dertig jaar begrippen als diversiteit en inclusiviteit ontdaan zouden zijn van hun negatieve lading omdat het vanzelfsprekendheden zijn geworden. Niet iets waar je over praat, maar iets dat je doet, dat je in de praktijk brengt.’